25 SEPTEMBER 1986 583 De heer De ZWART Ik zou graag een stemverklaring willen geven over de motie. In dien wij deze motie mogen uitleggen in de sfeer van dat er niet gezegd wordt dat er een orgaan in de sfeer van een RAROF zou moeten komen, maar dat aan de hand van een korte notitie voor de kadernota 1987 in commissieverband met elkaar gesproken kan worden over de mogelijkheden maar wellicht ook de onmogelijk heden van een RAROF op lokaal niveau, dan zullen we deze motie steunen. De VOORZITTER Kan de heer De Bruijn verklaren wat hij met zijn motie bedoeld. De heer De BRUIJN De motie is duidelijk. Het college wordt verzocht om aan te ge ven bij de kadernota hoe zij dan de betrokkenheid gestalte denkt te geven. Dat is volstrekt helder en dat is ook een duide lijk antwoord in de richting van de heer De Zwart. De VOORZITTER Houdt dat ook in dat dat geen gestalte kan zijn? Dat is name lijk de vraag. De heer De BRUIJN Hoe het gestalte gaat geven? De VOORZITTER Wil het zeggen, dat het in ieder geval gestalte moet krijgen? De heer De BRUIJN Ik denk dat de tekst duidelijk is. De heer De ZWART U haalt de kern van de zaak exact aan. De kern van de zaak is voor ons dat de mogelijkheden en onmogelijkheden op een rij wor den gezet. Wij dwingen U dat niet af. Als de strekking van de motie is dat het alleen maar mogelijkheden zijn, dan zijn wij niet voor de motie. Als de motie uitgelegd wordt in de sfeer zo als ik het gesteld heb, zullen wij de motie steunen. Mevrouw RATTINK Mag ik dan toch aan de heer De Zwart een verduidelijking vragen waarin zijn voorstel afwijkt van hetgeen door het college is voorgesteld? De VOORZITTER Aan wie wilt U dat vragen? Mevrouw RATTINK Aan de heer De Zwart.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 583