25 SEPTEMBER 1986
601
op de nieuwe situatie te bezinnen. Het college heeft niet de
woorden: wij weigeren terug te betalen of laat maar een deur
waarder komen, onderschreven. Dat is niet de insteek geweest
van het college. Wij hebben uitsluitend verzocht om nader over
leg. Vanmiddag heb ik contact gehad met de gedeputeerde van fi
nanciën en bij hem nogmaals aangedrongen op een unisoon geluid
vanuit de participanten in het industrie- en havenschap. Hij
zal dat op zeer korte termijn in het college van geduputeerde
staten aan de orde stellen. Ik heb hem nog een keer heel uit
drukkelijk gevraagd om in ieder geval te samen met alle parti
cipanten en het I.H.M. een koers in te slaan. Wij kunnen dan op
zeer korte termijn daarover met de staatssecretaris overleg voe
ren, zonder nu reeds aan te geven op welke wijze dat overleg
uitkomst zou moeten bieden om die datum van 31-12 wellicht te
verschuiven, of misschien een gedeelte te betalen van de 20 mil
joen of de netto-opbrengsten pas na de verkoop van 40 ha. aan
het rijk ter beschikking te stellen. Dat zijn allemaal model
len, maar het gaat te ver om daar thans op in te gaan. Het
lijkt mij inderdaad erg verstandig, dat er een unisoon geluid
komt. U kent de insteek van het college. Ik heb zo een goed ver
trouwen dat het voor alle participanten een gemeenschappelijk
regeling zal zijn.
Akkoord, met de aantekening dat de fractie Lisa geacht wil
worden te hebben tegen gestemd.
286. (HERNIEUWDE) VASTSTELLING VAN DE VERORDENING PLAATSELIJKE
OMSTANDIGHEDEN WINKELSLUITINGSWET 1976.
De heer DE BRUIJN
De wethouder heeft in de commissie toegezegd om met de kamer
van koophandel en de M.G.B. te gaan praten. Het is misschien mo
gelijk om daar aan toe voegen de consumentenorganisaties vanwe
ge het probleem wijziging van de openingstijden van winkels. De
consumentenorganisaties hebben hier toch ook een bepaalde visie
over.
Wethouder SANDBERG
Concreet luidde de toezegging: met betrekking tot het fenomeen
avondwinkels en de eventuele behoefte daaraan in Breda was bij
ons niets bekend. Wij zouden daar een nader onderzoek naar doen
of dat iets zou opleveren voor Breda. Dat betekent uiteraard
dat je de kennis en ervaring van b.v. een kamer van koophandel
daarbij betrekt. Ik heb ongeveer 14 dagen geleden in de commis
sie toegezegd dat wij ons over deze materie eens zouden bera
den. Dat neemt uiteraard niet weg, dat ik daar nu al resultaten
van kan doen. Wij hebben überhaupt in de eerste bespreking de
aanpak van een dergelijke onderwerp intern niet kunnen plegen.
U krijgt het, maar U zult er echt wat langer over doen. Er zul
len echt nog wel wat avonden overheen gaan, voordat wij daar
over iets meer inzicht aan de commissie kunnen verstrekken.