25 SEPTEMBER 1986
613
De heer GARRITSEN
Ik heb een concrete vraag. Ik begreep dat de zaak niet
publiciteit kon komen, want dat is een slechte zaak. De
dure die nu gekozen is en daar kunt U een kort antwoord
ven, brengt de zaak heel duidelijk in de publiciteit.
Wethouder RöMKENS
Welke publiciteit is dat geweest, mijnheer Garritsen?
De heer GARRITSEN
De kranten van vandaag.
Wethouder RöMKENS
Mijnheer Garritsen, als U naar de commissievergadering gekomen
was, had U een mededeling gekregen. U kon niet komen vanwege
een goede reden ongetwijfeld. U had de mededeling gekregen in
het begin van de vergadering, dat bij de uitnodiging besloten
was. Op het moment dat wij gistermiddag om 3 uur de transactie
hadden afgesloten, was de beslotenheid opgeheven. Het is een
openbare vergadering gisteren geweest.
De VOORZITTER
In de commissie zal nog eens uitgelegd worden hoe het allemaal
werkt. De wethouder heeft zich daartoe bereid verklaard.
Akkoord
315. INSTEMMEN MET DE DOOR RIJKSWATERSTAAT VOORGENOMEN RECON
STRUCTIE VAN DE AANSLUITING RW 16 OP DE WEG BREDA/ETTEN-
LEUR TOT EEN VOLWAARDIGE AUTOSNELWEGAANSLUITING EN TOT HET
VERZOEK AAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT DE RECON
STRUCTIE UIT TE VOEREN VOLGENS VARIANT A.
De heer DE ZWART
In de tien jaar dat de planvoorbereiding voor de ombouw van de
verbinding Etten-Leur/Breda en de aansluiting op rijksweg 16
tot een volwaardige autosnelweg en autosnelwegaansluiting nu al
duurt, is in deze raad met regelmaat gediscuteerd over deze
zaak. Wanneer ik het heb over het met regelmaat gediscuteerd
hebben, is zonder de andere beraadslagingen tekort te willen
doen, naar mijn mening politiek vooral van belang hetgeen wij
met elkaar besproken en besloten hebben op 12 december van het
vorig jaar. Toen immers hebben wij als raad onze instemming
uitgesproken ten aanzien van de door rijkswaterstaat voorgeno
men reconstructie van de aansluiting van rijksweg 16 op de weg
Breda-Etten-Leur tot een volwaardige autosnelwegaansluiting. De
vraag of er al dan niet gereconstrueerd moet worden, is naar
onze mening thans niet meer aan de orde. De discussie dient
zich dan niet meer te richten op "of", maar op "hoe" de recon
structie moet worden uitgevoerd. Het aantal varianten dat bij
dit "hoe" tot heden werd gepresenteerd, heeft inmiddels een
fors beslag gedaan op het alfabet. Wanneer we deze "hoevraag"
in de
proce-
op ge-