30 OKTOBER 1986
622
Mijnheer Adank, ik ga U thans beëdigen als lid van de raad. Dit
betekent dat ik U eerst de zuiveringseed afneem en daarna de
ambtseed. Wilt U de eed afleggen of de belofte?
De heer ADANK
De eed.
De VOORZITTER
Ik lees U eerst de zuiveringseed voor, waarin U verklaart dat U
om in dit ambt benoemd te worden aan niemand iets beloofd hebt
of gegeven hebt en dat U dat ook in de toekomst in deze functie
niet zal doen. "Ik zweer dat ik om als lid van de raad te worden
benoemd directelijk of indirectelijk aan geen persoon onder wat
naam of voorwendsel ook enige giften of gaven beloofd of gegeven
heb. Ik zweer dat ik om iets zogenaamd in deze betrekking te
doen of te laten voor niemand hoe genaamd enige belofte of ge
schenken aannemen zal, directelijk of indirectelijk.
de heer ADANK
Zo waarlijk helpe mij god almachtig.
De VOORZITTER
"Ik zweer trouw aan de grondwet, aan de wetten des rijks en dat
"ik de belangen van de gemeente Breda met al mijn vermogen zal
voorstaan en bevorderen."
De heer ADANK
Zo waarlijk helpe mij god almachtig.
De VOORZITTER
Ik wens U geluk met deze benoeming en veel succes in deze func
tie. De secretaris zal U Uw plaats aanwijzen.
B. ONDERZOEK VAN DE GELOOFSBRIEF, INGEZONDEN DOOR A.B. GROS-
FELD, OP 23 OKTOBER 1986 BENOEMD VERKLAARD TOT LID VAN DE
GEMEENTERAAD VAN BREDA.
De VOORZITTER
Het onderzoek van de geloofsbrief ingezonden door de heer Gros-
feld, zou nu aan de orde moeten komen. Aangezien de geloofsbrief
nog niet binnen is, heeft de commissie haar werkzaamheden nog
niet kunnen verrichten. We houden dit punt aan. Wellicht kunnen
we na de koffiepauze dit punt behandelen. De geloofsbrief wordt
intussen opgespoord.
II. Mededeling van ingekomen stukken.
D. ter kennisneming c.q. informatie:
a. mededeling dat de door de raad in zijn openbare verga
dering van 28 augustus 1986 vastgestelde verordening tot
wijziging van de "legesverordening" bij Koninklijk Be
sluit van 30 september 1986, nr. 93, is goedgekeurd;
b. post onvoorziene uitgaven per 30 september 1986;