30 OKTOBER 1986
624
het antwoord in de volgende vergadering aan de orde te stellen.
De heer TAKS
Deze mededeling willen wij hierbij betrekken, maar wij willen
ons toch beraden.
De VOORZITTER
Hoe lang?
De heer TAKS
1 A 2 minuten.
De VOORZITTER
U krijgt 3 minuten.
SCHORSING
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De heer TAKS
De heer Garritsen behoort tot de leden van de raad, die zeer
sterk opkomen voor de rechten van de raad tegenover het college.
*Het wekt namelijk enige verwondering, dat hij het interpellatie-
-verzoek niet gericht heeft tot de gemeenteraad, zoals het regle
ment van orde voorschrijft, maar tot het college. Het college
wordt verzocht om te mogen interpelleren. Dat is kennelijk zijn
•manier om zijn aanhankelijkheid aan het college te betuigen. Het
college heeft dit al gehonoreerd met een duidelijke toezegging
ten aanzien van de beantwoording van de interpellatievragenHet
siert het college in elk geval dat de soepelheid en vriendelijk
heid van de heer Garritsen ter vervanging is gebracht en dat het
•stuk gedeponeerd is waar het thuis hoort ter besluitvorming, in
*de gemeenteraad. Wat het onderwerp zelf betreft, lijkt het ons
bepaald niet zinvol dat er vanavond op de zaak inhoudelijk wordt
ingegaan. Het is terecht dat het college de beantwoording wil
uitstellen tot de volgende normale raadsvergadering. Dat lijkt
ons ook heel juist en wijs, want een dergelijk debat over een
zaak waar zulke belangen in het geding zijn, moet goed worden
voorbereid. Dat betekent dat we kennis moeten hebben van een
dossier en dat de commissies de gelegenheid krijgen om over de
zaak te spreken. Daarna is een debat in de raad pas zinvol. Voor
het overige is ons standpunt bekend. Wij zijn niet van opvat
ting, dat elk interpellatieverzoek in de raad moet worden toe
gestaan. Dat is steeds een afweging van belangen en wij kunnen
ons nu vinden in de procedure, nl. dat de beantwoording wordt
uitgesteld. We hadden anders grote moeite gehad om op dit moment
in de raad hierover te debatteren. We zouden het niet zorgvuldig
vinden.
Mevrouw RATTINK
Wij hadden op dit moment geen behoefte met een interpellatie.
•Wij willen hem in ieder geval niet tegenhouden. Wij kunnen ons
ook vinden in de procedure zoals die nu gevolgd wordt. Wij hoop-