30 OKTOBER 1986
630
Ja, maar mag ik een opmerking maken?
De VOORZITTER
Ja, mijnheer Van de Casteel.
De heer VAN DE CASTEEL
Mag ik mijn plaats aan een vrouw afstaan?
De VOORZITTER
Nee, U heeft het al toegestaan; doet U mij dat plezier?
De heer VAN DE CASTEEL
Akkoord.
SCHORSING
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER
De voorzitter van het stembureau heeft mij zojuist de uitslag
overhandigd. Er zijn uitgebracht 35 stemmen waarvan 31 op
mevrouw Sijbesma en 4 op de heer Van Buel. Hiermee is mevrouw
Sijbesma benoemd.
304. HET NIET ONTVANKELIJK VERKLAREN VAN BEZWAARDEN TEGEN HET
VOORBEREIDINGSBESLUIT HOEK VLASZAK/CLAUDIUS PRINSENLAAN.
De heer GARRITSEN
Een aantal buurtbewoners heeft bezwaren gemaakt tegen het beken
de kantorenplan wat op de hoek Vlaszak/Claudius Prinsenlaan moet
komen. Formeel is het zo, dat je tegen een voorbereidingsbesluit
geen bezwaarschrift kunt indienen. Dat geeft eigenlijk weer eens
aan hoe slecht het in feite met de procedures gesteld is. Als je
eenmaal een voorbereidingsbesluit neemt, hebben de buurtbewoners
of de betrokkenen nauwelijks een beroepsmogelijkheid. Die is er
alleen op het moment dat een bouwplan ter visie komt te liggen.
Het college heeft formeel hier een juist standpunt ingenomen. Er
kan geen beroep ingesteld worden tegen een voorbereidingsbe
sluit; dat zal later moeten gebeuren. In de commissie heb ik
gezegd dat ik het inhoudelijk natuurlijk volstrekt eens ben met
degenen die er bezwaren tegen maken. Als je ziet hoe de zaak
daar in feite doorgedrukt is tegen de belangen van de buurt in,
dan vind ik dat een hele slechte zaak. Het is jammer dat het zo
verlopen is. Ik zal toch, anders dan in de commissie, voor het
voorstel moeten stemmen. Ik zou die mensen wel adviseren om in
ieder geval tegen artikel 19 bezwaar aan te tekenen.
Wethouder WELSCHEN
De heer Garritsen geeft aan dat de landelijke wetgeving op dit
-punt klaarblijkelijk gewijzigd moet worden. Dat gaat minstens
voor vanavond iets boven mijn competentie. Dat is de enige op
merking die ik daarover kan maken, helaas. Wat betreft de be
trokkenheid, de inspraak en de discussie over deze punten, moet