30 OKTOBER 1986 631 ik hem toch verwijzen naar de discussie over de bijstelling van de binnenstadsbesluiten van midden 1985Er is toen toch gepro beerd om zeer uitvoerig, met name op dit punt, in een verlengde procedure te kijken naar de mogelijkheden die er waren om iets anders te realiseren. De raad heeft toen zeer bewust afgezien van andere mogelijkheden. Overigens denk ik dat de buurt zelf de weg goed kent. Zij hebben de adviezen van de heer Garritsen om bij artikel 19 in beroep te gaan niet direct als stimulans no dig. Men weet die weg zelf perfect. De heer GARRITSEN Ik dacht dat de wethouder intelligent genoeg was om te begrijpen waar het over gaat. Het gaat natuurlijk niet om landelijke wetge ving. Het gaat er hier om dat je kiest voor de wijze om zo'n kantoorgebouw mogelijk te maken op een plek, die naar mijn me ning terecht bezwaren van de buurt en omwonenden heeft. Het gaat erover welke weg je kiest; via de weg van het voorbereidingsbe- sluit heb je minder beroepsmogelijkheden. De woorden van de wet houder verhullen niet, dat hij tegen de wil van de bevolking is en zonder serieus inspraak te plegen die zaak hier zo door wil drukken. Dat zijn we van deze wethouder in dit soort zaken ge wend. Dit is op zich niets nieuws. De buurt heeft hiertegen een bezwaarschrift ingediend. Ik weet niet of het college hen uit voerig informeert over de gang van zaken en hen erop wijst, dat ze tegen het bouwplan bezwaren in moeten dienen. Als het college dat zal doen, dan zal ik mijn activiteiten in die richting sta ken. Uit het feit dat ze hier tegen een bezwaarschrift indienen, blijkt dat ze zelf misschien niet zo goed weten hoe je die zaken het best tegen kunt houden. Derhalve maakte ik de opmerking, dat ik wel in overleg met die buurt op zal treden. Wethouder WELSCHEN Er zijn geen verdere vragen gesteld. Voor wat betreft de beoor deling van het plan, verwijs ik nogmaals naar de discussie in 1985. Akkoord. 311. UITBREIDING VAN HET MACHTIGINGSGEBIED CAI-BREDA De heer VAN DEN WIJNGAARD Dit voorstel heeft al een lange weg van voorbereiding afgelegd voordat het hier behandeld kon worden. Ik zou datgene hierbij kunnen herhalen wat ik reeds bij de eerste uitbreiding van dat machtigingsgebied C.A.I. gezegd heb, dat toen op mijn initiatief tot stand kwam. De heer Sandberg zou het mondeling toe kunnen lichten. Die stellingen zijn nog steeds actueel. Voor de ge schiedvorsers, het staat in het raadsverslag van 16 oktober 1975, blz. 759 t/m 761. Het lijkt mij waardevoller in de poli tiek niet wie het meeste en het langste praat doch wie het meeste bereikt. Met dit voorstel aan te nemen zullen we aangaan de de aansluiting centrale antenne-inrichting gelukkig voortaan één soort Bredanaars hebben. Dat is altijd ons streven geweest

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 631