30 OKTOBER 1986 642 investeerders zijn. Vanmiddag zijn in de raad van bestuur al enkele zaken duidelijk geworden. Wellicht kunnen op zeer korte termijn de eerste, zij het voorzichtige, resultaten verwacht worden. Is Rotterdam blij met Moerdijk? Het enige wat ik daar op kan zeggen: dat blijkt heden ten dage niet. Het is zo dat Rot terdam er nogal over klaagt, dat veel van de aldaar gesitueerde werkgelegenheid verdwijnt en dan met name ten zuiden van de ri vieren. Dat komt zeker niet allemaal bij Moerdijk terecht, he laas, of voor Breda in ieder geval gelukkig. Ik zal er niet al te uitvoerig op ingaan. In Rotterdam zijn er uiteraard ook ini tiatieven en activiteiten met name om de logistiek, de ontwik kelingen en de activiteiten in de haven een betere stimulans te geven. Daarin zijn de Rotterdamse havengebieden, met name de Maasvlakte en het I.H.M. regelrechte concurrenten van elkaar. De heer Garritsen beklaagt zich over de summiere toelichting. Ik kan alleen maar zeggen dat ik het met hem eens ben. In de com missievergadering heb ik toelichting gegeven op alle vragen die minstens in de toelichting op de begroting vermeld hadden moeten staan. De kennis is dus potentieel op dit moment in de raad aan wezig. Wij zullen er wel zorg voor dragen dat hetgene wat nu mondeling in de commissie is toegelicht, voortaan Integraal in de toelichting op de begroting wordt opgenomen en geïncorpe- reerd. Wat verwacht Je van de acquisitie? Ja, dat is volstrekt duidelijk, nl. een zo hoog mogelijk aantal hectares te verkopen, maar in ieder geval de taakstelling van 13,2 hectare per Jaar halen. Gevraagd is wat Breda thans voor standpunt heeft ten aan zien van de optie van de P.N.E.M. en moeten we daar niet eens een uitspraak over doen? We moeten volstrekt duidelijk zijn, dat de rechtsverhouding tussen het I.H.M. en de P.N.E.M. gewoon is vastgelegd in de optie die het I.H.M. en de P.N.E.M. met elkaar zijn aangegaan. Zolang die optie wordt gehandhaafd en daarvoor wordt betaald, bepaald datgene wat in de optie is vastgelegd de rechtsverhouding tussen die twee participanten. Over de claim in de richting van Den Haag en de 20 miljoen lopen de opvattingen uiteen, nl. het volstrekt ontkennen van de terugbetalingsver plichting tot en met een opvatting die spreekt over faseren, het uitstellen van de terugbetalingsverplichting, het gedeeltelijk honeren van die terugbetaling etc. Daarover zal het gesprek op 26 november a.s. in eerste instantie gaan. Centraal blijft staan, dat de participanten in de gemeenschappelijke regeling en het rijk wederzijds een inspanningsverplichting zijn aangegaan. De resultaten over het uitblijven van die inspanningen zijn U bekend en die mogen gevolgen hebben voor het destijds overeen gekomen bedrag van 20 miljoen en uiteraard de terugbetaling daarvan. De VOORZITTER Is er behoefte aan een tweede termijn? De heer H. VAN DONGEN Het is uiteraard de fractie bekend wat het doel is van de begro ting. Het is net als bij N.A.C. doelpunten tellen, maar daar ma ken wij ons zorgen over. Het doel is wel bekend en waar we naar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 642