30 OKTOBER 1986
646
Ja, die verwachten we aan het eind van het derde jaar om de zaak
af te ronden. Dat bedrag krijg je dus aan het eind van de drie
betalingen, die van het rijk te verwachten zijn. Daarna komt er
nog eens f 10.000,extra om de zaak in de afrondende fase af
te sluiten.
Akkoord.
326. BESCHIKBAAR STELLEN VAN HERBEZETTINGSGELDEN VOOR GESUBSI
DIEERDE INSTELLINGEN.
De heer DERIJCKERE
In de commissievergadering hebben we over deze materie gesproken.
Wij hebben toen gevraagd in hoeverre Breda de verplichting had om
deze herbezettingsgelden uit te keren. Het ging vooral om het
bedrag van f 53.000,wat tekort is op de begroting. Tijdens de
commissievergadering zijn we er eigenlijk onvoldoende uitgeko
men. Dat was reden voor ons om het terug mee te nemen naar de
fractie en op dat moment niet akkoord te gaan met dat voorstel.
We hebben daar opnieuw binnen de fractie op gestudeerd. Het is
gebleken, althans zo denken wij, dat het voorstel voortvloeit
•uit eerdere besluitvorming. De gemeente heeft zich gebonden aan
de C.A.O. welzijn. De gemeente heeft derhalve de verplichting
aangegaan om vooraf en op deze wijze de herbezettingsgelden zo
als de C.A.O. nu uitpakt, ook al is dat verschillend met datgene
wat er bij de gemeenteambtenaren is, onverkort te volgen. Is dat
zo?
Wethouder VAN RAAK
Het antwoord is iets genuanceerder. Indertijd is afgesproken in
het C.A.O.-overleg, dat uitbetaling zou gebeuren zoals dat vast
gelegd was in de C.A.O. Dat betekent dus dat de gemeente een
duidelijke verplichting zal hebben met betrekking tot subsi
diëring van die instellingen die krachtens de C.A.O. werken. De
gemeente heeft een grotere mate van vrijheid ten aanzien van die
instellingen die geen C.A.O. kennen. Dat noemen ze twee uiter
sten in dit geval. Voorbeelden zijn de peuterspeelzalen, die
geen C.A.O. kennen en het I.M.W. of de hele sector maatschap
pelijke dienstverlening waarin artikel 7 van onze eigen subsi
dieregeling duidelijk vastgelegd is dat we dienen te werken
volgens de door de minister vastgestelde regels voor arbeids
plaatsen etc. De herbezettingsgelden zullen daar ook onder val
len. Ik heb het ene en het andere uiterste gepakt. Een aantal
andere zaken van buurtgericht S.K.W. zit daar ergens tussenin.
Dat betekent dus dat je een zekere mate van vrijheid nog zou
kunnen permitteren inzake zowel de rijksbijdrage als het ge
meentelijk aandeel van de subsidiëring. Daar komt een andere
zaak om de hoek kijken. Het tweéde aspect is namelijk een kwes
tie van een soort gelijkheidsbeginsel. Vroeger hebben de gemeen
telijke ambtenaren en de personeelsleden en werknemers bij ge
subsidieerde instellingen, min of meer betaald aan de a.t.v., en
de roostervrije dagen etc. Je zou mogen verwachten, wanneer het
rijk bij de rijksbijdrage een tegemoetkoming doet via het ge-