30 OKTOBER 1986 650 Mevrouw RATTINK Een veel gehoorde opmerking in deze tijd is: hoe komt de gemeen te erbij om zo'n bedrag op dit moment beschikbaar te stellen voor een dergelijk project, nu er zoveel bezuinigingen in aan tocht zijn. Is het wel verantwoord voor deze geschiedschrijving een dergelijk bedrag uit te trekken? Mijn fractie is ook van oordeel, zoals de vorige spreeksters, dat dit geld zeker ver antwoord is. Over waarom wij dat zijn, wil ik toch een stemver klaring afleggen. De geschiedschrijving is een vorm, waarin een gemeenschap zich rekenschap geeft van haar verleden. De ge schiedschrijving over het verleden vinden wij een verplichting ten opzichte van de burgers, die deze stad gemaakt hebben tot wat hij nu is. Die bijdragen dienen dan ook via deze publicatie gememoreerd te worden. Met name in deze maand hoef je alleen maar terug te gaan naar het vrij recente verleden om de vaak grote offers die gebracht zijn in herinnering te brengen, die met name het voortbestaan van deze stad gegarandeerd hebben. Als we over enige tijd stil gaan staan bij de andere bevrijding van de stad Breda zo'n 400 jaar geleden, die toen Nederlandse stad en zelfs oranje stad werd, zou het goed zijn om inderdaad die geschiedschrijving verder te voltooien. Een voorgenomen herden king heeft ten slotte slechts zin als we ook kunnen zien hoe de Bredanaars en Breda zich na 1590 verder hebben ontwikkeld. U zou het van de P.vdA-fractie niet verwachten, dat zij vindt dat de geschiedenis bij 1800 ophoudt. In de vorige eeuw heb je im mers de opkomst van tal van sociale bewegingen en die moeten zeker gememoreerd worden. In het verleden heeft de totale struc tuur van onze stad vooral vorm gekregen. Die structuur hangt nauw samen met de leefbaarheid; wij willen immers die leefbaar heid van Breda behouden en bevorderen. Breda is een levende stad, en als we in die stad de dingen veranderen en het goed willen doen, dan moeten we geen brokken maken door alles wat in het verleden gegroeid is te negeren. Je kunt immers niet in een levende stad ingrijpen zonder die stad te kennen. Als deze ge schiedschrijving bijdraagt daartoe, dan is dit eenmalig bedrag zeker geen weggegooid geld. De VOORZITTER Dat waren 3 stemverklaringen. Heeft de heer Hofsté behoefte om daar nog iets aan toe te voegen? Wethouder HOFSTé Ik wil graag dankzeggen voor de prijzenswaardige woorden In de richting van het college, nl. dat we gezorgd hebben dat dit voorstel er kwam. Ik wil graag aanhaken bij de opmerking van mevrouw Rattink, dat het zeker de bedoeling is om in het kader van 1990, het vierhonderdjarig bestaan van de bevrijding van Breda, we graag willen dat dit werk voltooid wordt. Het Is niet zo dat dit nou het eerste werk is waarin Breda zich presenteert. Het is een derde deel; het Is als zodanig als een onderdeel van 3 boeken natuurlijk zeer belangrijk. Het completeert het werk. Ik wil niet verhelen, dat we toch wel de nodige discussie hebben gehad over het bedrag, want we praten over een niet gering be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 650