30 OKTOBER 1986
667
en veiligheidsvoorschriften te komen, dat er een gegronde vrees
bestaat voor het ontstaan van ernstige verstoring van de open
bare orde en veiligheid. Wij menen dat de mate waarin de be
nodigde extra politie-inzet mogelijk is bij de keuze van de data
voor wedstrijden een doorslaggevende rol moet spelen. Het is een
goede zaak dat de mogelijkheid van een verbod als een stok ach
ter de deur staat in het overleg met de organisator. De beteke
nis van het nieuwe artikel 3^a is naar onze mening vooral gele
gen in de kennisgeversplicht van de organisator en de bevoegd
heid van de burgemeester om de organisator voorschriften op te
leggen in het belang van de openbare orde en veiligheid. Wij
gaan er vanuit dat zowel de organisator, N.A.C. hier ter stede
als de K.N.V.B., daaraan op een constructieve wijze willen mee
werken, zodat Breda op de ranglijst van gemeenten met verboden
voetbalwedstrijden niet tot de koplopers gaat behoren. Wat be
treft de zesde wijziging kan er naar onze mening geen twijfel
over bestaan, dat het gebruik en de verkoop van verdovende mid
delen overlast kan veroorzaken waardoor het woon- en leefklimaat
in ernstige mate wordt aangetast. Het is van belang, dat tegen
de excessen, zoals die beschreven zijn in de eerste alinea van
het preadvies, snel en doeltreffend kan worden opgetreden, ook
en vooral in die gevallen waar een justitieel optreden op grond
van de Opiumwet niet of nog niet mogelijk is. De nieuwe artike
len 57a en 57b verschaffen het benodigde instrumentarium voor
het betreffend bestuurlijk optreden, zowel bij de straathandel
als bij de handel in voor publiek toegankelijke ruimten. We ver
trouwen dat het college van burgemeester en wethouders van hun
sluitingsbevoegdheid een prudent gebruik zullen maken. In dit
verband hebben wij met instemmming kennis genomen van de conform
het verzoek van de commissie algemene zaken in het preadvies toe
gevoegde passage waarin verduidelijkt wordt in welke gevallen
het gestelde sub b van de leden 1 en 2 van artikel 57b van
toepassing zal zijn.
De heer VAN DE CASTEEL
De Bredase P.v.d.A.-fractie is van mening, dat het verschijnsel
voetbalvandalisme waar mogelijk en met alle ten dienste staande
rechtsmiddelen moet worden bestreden. Het is helaas geen uitzon
dering meer, dat bepaalde supportersgroepen of individuen zich
laten gaan in het hanteren van geweld alleen, hoe afkeurings-
waardig ook. Het uiten van racistische leuzen en tentoonspreiden
van discriminerend gedrag gebeurt veel in onze samenleving. Deze
zorgwekkende ontwikkeling kan en mag niet worden geaccepteerd.
De ware voetbalsupporters verdwijnen in niet geringe mate uit de
stadions uit vrees te worden geconfronteerd met geweld. Een niet
te onderschatten gevolg daarvan is dat zeker die verenigingen
waarvan de financiële positie zwak is, hierdoor worden getrof
fen. Dit kan nooit de bedoeling zijn van supporters die het
beste met de voetbalsport voor hebben. Daarom moeten zij, die
zich ogenschijnlijk voordoen als supporters maar zich bedienen
van geweld en discriminerend gedrag en racistisch taalgebruik
niet schuwen, duidelijk te verstaan worden gegeven dat hun aan
wezigheid in Breda niet op prijs wordt gesteld en op hun gedrag