30 OKTOBER 1986
675
relativeren dat wij zeiden: het zijn wel ernstige zaken waarmee
we bezig zijn, maar we zijn allemaal mensen. Aan het betrekke
lijke herinnerde U ons geregeld. Ik laat absoluut na om de hele
lijst voor te lezen van wat U gedaan heeft. Wij weten dat alle
maal, net als de burgers van Breda. Ik mag namens de raad, maar
ook namens de burgers van de stad zeggen dat wij Uw heengaan
betreuren. Iedereen die in de politiek gaat, weet dat dat lot
hem altijd te wachten staat. U bent niet bij de pakken gaan
neerzitten en hebt niet gezegd: ik heb recht op zoveel jaren
wachtgeld en ik ga zoete broodjes bakken, of ik ga vissen. Ener
giek heeft U zich gezet aan een nieuwe taak. U bent vrijwel on
middellijk nadat U tijd kreeg om iets anders te doen, benaderd
of U beschikbaar was voor een belangrijke functie die U nu aan
de kust vervult. Ik ben goed Ingelicht en ik heb vernomen, dat U
die functie met grote tevredenheid en met groot enthousiasme
vervult. Wij zijn met U blij dat U een nieuw levenspad bent in
geslagen. Het lijkt dat U grote vreugde in de functie kunt vin
den. Dat kan de Zeeuwen en degenen die dat schone land bezoeken
veel plezier in de toekomst bezorgen. Er ligt een gigantische
taak, zo heb ik begrepen, weggelegd en U heeft er de brede
schouders onder gezet. Wij rekenen erop, dat men dat weet te
waarderen. Kortom, het is een traan bij Uw afscheid.Wij zullen U
missen. Wij voelen ook blijdschap, omdat U een nieuwe periode
van Uw leven bent ingeslagen. Namens de raad zeg ik U dank voor
al hetgene wat U voor onze stad, onze burgers en voor de regio
gedaan heeft. Wij wensen U veel plezier in Uw werk, veel vreugde
en veel resultaten In de nieuwe carrière die U opbouwt en waar
van U mij ieder moment als Ik U aan de telefoon heb of even
spreek met groot enthousiasme weer vertelt hoe U daar aan de
gang bent. Men mag blij zijn dat men zo'n goede keus gemaakt
heeft en dat U al Uw krachten en al Uw goede eigenschappen ter
beschikking van onze Zeeuwse buren hebt gesteld. Veel succes,
veel dank, het gaat U goed en ik hoop dat U Breda toch een stuk
je in Uw hart zal bewaren. Ik wil mevrouw Van Asseldonk, een
bloemetje aanbieden; ik kom naar U toe uiteraard. Hierbij druk
ken wij onze waardering uit voor de wijze waarop U Uw man altijd
hebt ondersteund. In de contacten die we als leden van het
college met de dames hadden, hebben we ervaren dat U een steun
voor Uw man was in de dagen dat Uw man thuis kwam en zei: nou
lukt het niet; met de geschiedenis van Breda lukt het wel; met
de zwembaden zit het weer een beetje moeilijk. Je hebt goede
dagen en je hebt minder goede dagen. Hij kwam dan thuis en daar
vond hij U. U hebt hem altijd gesteund, dat weten we en daarvoor
bieden wij U een kleine attentie aan.
De heer GOOS
Ik ben blij dat de voorzitter niet al te veel gras voor de voe
ten heeft weggemaaid en dat er nog iets overgeschoten Is. Ik heb
Jan van Asseldonk niet gevraagd hoe hij vond dat wij van hem af
scheid moesten nemen. Wij doen dat op onze manier. We vragen hem
niets; hij heeft maar gewoon te luisteren. Geachte aanwezigen,
wij nemen op dit moment afscheid van Jan van Asseldonk. Hij is
een rasechte Bredanaar, geboren en getogen in de Piet Avontuur-