30 OKTOBER 1986
677
gemeente en ik heb het gisteren nog met de secretaris van Dom
burg afgecheckt, ongeveer 4000 inwoners; ze hebben er maar 2
wethouders. Daarbij komen nog 4000 inwoners van elders, die daar
hun tweede woning hebben, en daaronder zijn vele Bredanaars. In
topdagen zijn er ongeveer 20 A 25000 mensen aan campinggasten en
toeristen. Dat maakt Domburg een levende gemeente. Voor jouw
vrouw Tonny zal het vertrek naar Domburg ook een verandering
zijn. Op haar tweede levensjaar kwam ze al naar Breda, zocht, en
dan praten we over een latere tijd, contact met Jan op de Nuts-
mavo, de vroegere Mulo, aan het Valkenberg. Voor die tijd was
het een fijne omgeving om elkaar eens goed te leren kennen. Sa
men gaan ze nu op weg naar het westen waar steeds een frisse
wind waait en waar het zeker goed toeven is. Bij een afscheid
hoort een cadeautje. Namens de raad wil ik je graag een boek
werkje overhandigen afkomstig van het V.N.G., gisteren gebeld,
vandaag in de bus. Hierin zijn spreuken en gezegden opgesomd,
waarvan U er vele in gemeentehuizen in het land zult tegenkomen.
Om het opstaan in Domburg op dit moment te vergemakkelijken,
want ik begrijp dat julie wat uit elkaar zijn gaan leven doordat
je nog niet verhuisd bent, wil ik je graag en ik denk dat dat
een goede keus is geweest, een muzikale klok om bij de tijd te
blijven aanbieden. Beste Jan, beste Tonny, bedankt, succes in
Domburg en met de voorzitter zijn wij overtuigd dat jullie Breda
nooit en te nimmer zullen vergeten.
De VOORZITTER
Heeft U de gitaar meegebracht?
De heer Van ASSELDONK
Eigenlijk was het de afspraak dat ik niet veel meer zou zeggen,
maar U nodigt me daartoe toch uit. Als hoofd van het gemeentebe
stuur wil ik U bedanken voor de mooie woorden die gesproken
zijn. Dat stellen we toch altijd op prijs. Wanneer dat dan ge
beurt dan weet je wat het betekent net als Jan Geu ten Wolde.
Toen hij afscheid nam, die toch geen Bredanaar was, zei hij: het
betekent toch wat, want het is een los gooien van wederom een
bandje wat je had met de stad Breda. Afgelopen maandag vond mijn
laatste fractievergadering plaats, nadat het eerst met college
en de ambtenaren die verbonden waren aan het werk wat je had
verloren, had plaatsgevonden. Ik heb de fractie bedankt voor het
feit dat ze het werk van mij hebben overgenomen. Jac Goos zou ik
bijzonder willen bedanken voor zijn graaf- en spitwerk en voor
de prachtige woorden die hij over mij gesproken heeft. Jac,
herinner je de periode dat op vrijdagavond de begrotingsvergade
ring plaatsvond. Ik zat op de plaats waar Jan van den Wijngaard
nu zit. We moesten met de oogjes knipperen, omdat jij vroeg on
der de koe moest, en ik enkele uren vroeger had moeten beginnen.
Dan keken we wel eens en zeiden we: wat zijn we toch kleine mid
denstanders en sukkelaars. We kwamen toch want we vonden het
enorm leuk om erbij te horen. Ik heb veel geleerd in deze raad,
in dat college en wat ben ik blij dat ik dit alles weer voort
mag zetten in een functie in Domburg. Ik was en U heeft het ge
memoreerd, niet brodeloos maar wel werkeloos voor een korte pe-