2 k NOVEMBER 1986 688
die voor de brandweer gegolden hebben. Dat stuk spanningsveld is
begrijpelijk maar niet tolerabel wanneer dat leidt tot de situa
tie waarin we nu verkeren. De derde zaak zouden wij willen ka
rakteriseren als een problematiek van gezag. Enerzijds tussen
manschappen en commando, en anderzijds tussen manschappen en via
het commando in de richting van het bestuur. Laat duidelijk
zijn, dat gezagsproblematiek fnuikend is voor een organisatie
wanneer dit structureel van karakter dreigt te worden. Wij plei
ten er voor als C.D.A. om deze problematiek zo snel mogelijk op
te lossen.
De heer DE BRUIJN
Ik zal er niet te veel aan toevoegen. Bij de laatste opmerking
van de heer De Zwart kan ik me volledig aansluiten. Ik denk al
leen dat er wat meer achter zit, zoals hij de keiharde Neder
landse guldens noemt. De gehele problematiek ligt in de wijze
van werken bij de brandweer. Daar ligt een van de belangrijkste
oorzaken. Geld blijkt niet alles op te kunnen lossen. Dat blijkt
wel uit de besluiten die we genomen hebben en de problematiek
die we vervolgens weer op ons bord krijgen. Aan de motivatie en
de beantwoording van de heer Garritsen inzake vakbondsbeleid
e.d., heb ik niet zo veel behoefte. We zitten hier met een eigen
verantwoordelijkheid, en of dat toevallig wel of niet met de
vakbond convenieert, zien we dan wel weer. We zitten hier voor
al ons personeel; dat moet een duidelijke zaak zijn. Inzake de
33 besluiten, en de andere sprekers zijn erop ingegaan, is het
een goede zaak dat die voortlopen. De 2k uursdienstwaarbij de
manschappen eigenlijk boven op eikaars lip zitten, brengt
uiteraard problemen met zich mee. Men gaat tegen elkaar zitten
aanpraten e.d. Op een gegeven moment ontstaat een escalatie, die
vervolgens vertaald wordt in het functioneren van de medezeggen
schapscommissie. De m.c's worden op dit moment geëvalueerd. Op
dat moment moeten we eens terugkijken hoe de m.c.'s functioneren
en of er verstopte kanalen zitten binnen de m.c.'s. We zijn dan
veel verder en veel wezenlijker bezig voor het totale gemeente
lijke apparaat.
Wethouder SANDBERG
Ik wil graag een aantal zaken helder en klaar op tafel leggen.
De heer Garrritsen heeft dit net reeds bij de toelichting op de
interpellatie in de vorige vergadering gedaan; hij blijft sugge
reren, dat de voorzitter van dit college in de commissie alge
mene zaken een onjuiste informatie zou hebben verstrekt met be
trekking tot de gang van zaken binnen de brandweer en het ver
trouwen wat inmiddels was gegroeid in de werkrelaties. Ik moet U
zeggen dat de heer Garritsen daarbij zelfs het woord onthutsend
heeft gebruikt toen hij dat tegen kwam. Ik vind het bijna even
onthutsend, dat de heer Garritsen thans met de nodige theatrale
neigingen in zijn stem een aantal zaken op tafel legt die zich
niet of nauwelijks in enige mate met de waarheid verdragen. Het
is natuurlijk gans niet zo, dat het college doende is structu
reel links, rechts of vanuit het midden de goede relaties met de
brandweer te verzieken. Integendeel, wij kunnen met een hele
waslijst van activiteiten gewoon aantonen, dat wij de afgelopen
periode het nodige hebben gedaan om het arbeidsklimaat zowel in
materiële zin als in immateriële zin te verbeteren, teneinde de