24 NOVEMBER 1986 690
kunnen voldoen. Er zijn dus geen verbeteringen op voorhand aan
de orde. Tegen die achtergrond komt mij de motie van de heer
Garritsen volstrekt overtrokken voor. De gemeenteraad stelt
vastj dat een groot deel van het personeel van de brandweer het
vertrouwen heeft opgezegd. Nee, dat is niet waar, de gekozen le
den hebben dat gedaan. Of dat een groot deel van het personeel
betreft, is voor mij nog de vraag. Stelt vervolgens vast dat het
noodzakelijk is dat het college initiatieven neemt. Het eerste
initiatief moet genomen worden door diegene die op basis van
verkeerde uitgangspunten, verkeerde veronderstellingen het be
staande overleg heeft afgebroken. Zij is de enige, die in staat
zal zijn om het overleg weer op gang te brengen. Wat dat betreft
zou een moedige daad van de gekozen leden bepaald niet misstaan.
Op een zeer korte termijn dienen de gekozen leden van de mede
zeggenschapscommissie in overleg te treden. Ik geloof niet dat
het op de weg is van het college om met deze gekozen leden van
de medezeggenschapscommissie in overleg te treden. Wanneer het
overleg op een reguliere manier wordt opgestart, is dat een zaak
van de medezeggenschapscommissie met haar voorzitter, of wanneer
de medezeggenschapscommissie een andere voorzitter wenst, dan
uiteraard met de nieuwe voorzitter. In het overleg dient het
college nadrukkelijk in te brengen, dat zij bereid is daadwerke
lijk inhoud te geven aan overleg en medezeggenschap. Dat lijkt
mij een volstrekt overbodige opmerking, want het college doet
niks anders. Zij respecteert overleg en medezeggenschap, en niet
alleen met de brandweer, maar met alle m.c.'s binnen deze ge
meente. De positie van de voorzitter van de medezeggenschapscom
missie dient eveneens ter discussie gesteld te worden. Ik hoop
dat het U in de eerste beantwoording al volstrekt duidelijk is
geworden, dat het niet aan het college is om te bepalen wat de
positie van de voorzitter van de medezeggenschapscommissie is.
Hij is door de medezeggenschapscommissie gekozen, en hij func
tioneert als zodanig voor het college als gesprekpartner. Dat is
volstrekt duidelijk, want van deze kant zijn er geen blokkades
tegen deze voorzitter opgeworpen. Deze hele motie staat contrair
op het beleid wat tot dusver door het college is gevoerd. Zonder
enig nader overleg met de overige leden van het college kan ik
zeggen, dat de motie volstrekt onacceptabel is. De heer De Zwart
heeft gesproken over het functioneren van de brandweer in het
stadsgewest onder normale omstandigheden en bij de rampenbe
strijding. Het is duidelijk en ik hoop ook dat dat bij de evalu
atie van de 33 besluiten duidelijk kenbaar is gemaakt, dat het
college haar alles is gelegen om die randvoorwaarden te schep
pen, die wij niet helemaal in eigen hand hebben, maar dat de
brandweer naar 1005? tevredenheid zou kunnen functioneren. We
hebben inmiddels ook op landelijk niveau het een en ander aan
gekaart om daar zo snel mogelijk duidelijkheid over te krijgen.
Over de guldens heb ik al gesproken. Het structureel van karak
ter zijn van de problemen die er zijn, ontken ik. Wanneer de me
dezeggenschapscommissie zich zou neerleggen bij de besluitvor
ming van Uw raad en ons college met betrekking tot de harde gul
dens in de sfeer van de inconveniëntenvergoeding, zijn er een
heleboel drempels weggenomen. Er kan dan weer tot een open en
reëel overleg gekomen worden, waartoe wij onder normale omstan
digheden en zonder vooraf een aantal zaken te hebben ingevuld
gaarne bereid zijn.