24 NOVEMBER 1986 695
mij de boodschap. De motie van de heer Garritsen vertoont zelfs
meer afwijkingen ten opzichte van de werkelijkheid. Ik vertrouw
op de brief. Die geeft mij een beter kader dan de motie van de
heer Garritsen.
De heer GARIITSEN
Ik heb die brief hier voor me liggen. Datgene wat U eruit ci
teert, staat er niet in.
Wethouder SANDBERG
Ik heb er geen behoefte aan via interrupties van brieven, die ik
hier letterlijk zit voor te lezen, het waarheidsgehalte in twij
fel te brengen. De brief heeft ter visie gelegen voor de commis
sieleden. Alle leden van de bedoelde commissies kennen de brief
en ik heb geen enkele behoefte om daarop nu uitvoerig in te
gaan. Dat is de feitelijke situatie en ik heb geciteerd uit de
laatste brief van het college in de richting van de medezeggen
schapscommissie. Iedereen weet nu volstrekt duidelijk waar hij
aan toe is. De deur zit potdicht voor onderhandelingen over an
dere en betere arbeidsvoorwaarden. Van de zijde van het college
is de deur open op het moment dat de medezeggenschapscommissie,
die het overleg heeft opgeschort, die wederom opent. Dan zijn
wij ook weer bereid tot het normale overleg.
De VOORZITTER
Ik sluit de discussie. We gaan over tot stemming over de motie
van de heer Garritsen.
De motie ingediend door de heer Garritsen wordt hierna verworpen
onder aantekening dat de fractie P.S.P. wil worden geacht te
hebben voorgestemd.
I. VASTSTELLING VAN DE NOTULEN VAN DE RAADSVERGADERING D.D. 28
AUGUSTUS 1986.
Deze worden ongewijzigd vastgesteld.
II. MEDEDELING VAN INGEKOMEN STUKKEN.
A. ter kennisneming onder mededeling dat de stukken door de
zorg van het college van burgemeester en wethouders of de
burgemeester zullen worden afgedaan:
a. A.B.P. beklaagt zich over het lang uitblijven van de be
taling van een geleden veilingverlies
b. Verzoek van de Nederlandse Bond Gemeente-ambtenaren aan
de raad eventueel ongenoegen over de beloning van ambte
naren aan het college voor arbeidszaken te laten blij
ken; tevens verzoek de ruimte t.a.v. bezoldiging van
ambtenaren van de gemeente Breda in het kader van de
functiewaardering maximaal te benutten.
D. ter kennisneming c.q. informatie:
a. overzichten krachtens delegatie genomen besluiten;
b. kwartaalcontrolerapporten;
c. kasgeldlening nr. 123;
d. post onvoorziene uitgaven per 22-10-1986;