24 NOVEMBER 1986 700
stadsgewest steeds kritischer van toon worden. Van jaar tot jaar
wordt de kritiek verder aangescherpt. In de voorbije jaren was
de kritiek vooral gericht op de bestuursstructuur en op de wijze
van taakbehartiging van het stadsgewest. Aan de Bredase wens is
op dat punt inmiddels tegemoetgekomen. Deze kanttekeningen bij
de begrotingen voor 1987 betreffende daarom hoofdzakelijk het
financieel beleid. De kritiek op dit onderdeel van het beleid
van het dagelijks bestuur van het stadsgewest is naar onze me
ning van buitengewoon ernstige aard. De volgende op- en aan
merkingen zijn gemaakt: onvoldoende inzichtelijkheid van de be
grotingen; de aanbiedingsnota spoort niet met de begrotingen; er
is een ondeugdelijke ramingsmethodiek van de loonontwikkeling.
In het algemeen is een onzuivere raming gebruikt waardoor de ge
meenten te hoge voorschotten in rekening worden gebracht. De ge
meentelijke en provinciale bijdragen zijn niet in de begrotingen
opgenomen. In de brandweerbegroting is geen rekening gehouden
met de afbouw van de b.b., waardoor tal van posten onjuist of in
het geheel niet geraamd zijn. Er is een reserve van 4^ miljoen
spoorloos uit de begrotingsboeken verdwenen. Als de Bredase raad
a.s. donderdag dergelijke kritiek zou leveren op het Bredase
college, zou dat misschien niet tot het aftreden van het hele
college leiden, maar op zijn minst het politieke einde van de
wethouder financiën betekenen. Als de raad nu instemt met dit
preadvies, geeft Breda het d.b. van het stadsgewest een dikke
onvoldoende. Op zich heb ik daar geen moeite mee, maar ik vraag
me af hoe geloofwaardig een dergelijke uitspraak van de Bredase
gemeenteraad wordt geacht op een voorstel van het college waar
van 3 leden zitting hebben in het d.b. van het stadsgewest. Kun
nen zij in belangrijke mate mede verantwoordelijk geacht worden
voor de gekritiseerde ontwerpbegrotingen? Het stadsgewest heeft
verlengd lokaal bestuur. De gemeentelijke vertegenwoordigers in
het bestuur van het intergemeentelijke samenwerkingsverband
hebben eigen verantwoordelijkheid op grond waarvan het bestuur
anders zal kunnen handelen of spreken naar gelang de overheid
die ze op dat moment vertegenwoordigt. De kritiek op het d.b.
betreft in belangrijke mate het feit dat de Bredase represen
tanten in het d.b. er niet in slagen het financieel beleid te
voeren dat spoort met de Bredase inzichten. Het nieuwe d.b. is
weliswaar pas aangetreden op 12 juni, maar de ontwerpbegrotingen
zijn verzonden aan de gemeente op 12 september, 3 maanden later.
Dit is toch een vrij ruime periode, die mogelijk had moeten ma
ken dat de begroting in elk geval in technisch opzicht de toets
der kritiek zou kunnen doorstaan. In de voorbije 4 jaar zat
slechts 1 Bredase wethouder in het d.b.; dat was een moeilijke
situatie. Met 3 Bredase collegeleden in het d.b. mogen we toch
wel verwachten, dat het in de toekomst veel beter zal gaan met
het stadsgewest. Mogen we erop rekenen dat de Bredase represen
tanten in het d.b. er voor zorgen, dat de kritiek die Breda nu
verwoort in de toekomst niet meer herhaald zal hoeven te worden.
De VOORZITTER
Ik kan kort zijn in de richting van de heer Taks. Hij consta
teert dat de kritische toon inzake de conceptraadsvoorstellen,
waarbij de begroting van het gewest wordt bekeken, sinds 1982
steeds ernstigere vormen aanneemt. Dat is een kwestie van in
schatting. Wanneer hij zelf een aantal onvolkomenheden opnoemt,