27 NOVEMBER 1986
716
initiatieven uit de bevolking tot stand gekomen. De betrokken
heid van Bredanaars bij het beleid is niet alleen bij dit onder
deel essentieel. De betrokkenheid van inwoners van Breda bij het
gebeuren in de stad moet, door een verdergaande openheid van
bestuur, worden bevorderd. Waar maar mogelijk, moet samen met
betrokkenen gezocht worden naar de beste oplossing, uiteraard
binnen de gestelde randvoorwaarden. In commissievergaderingen is
over deze begroting gezegd, dat Breda leeft in de stilte voor de
storm, de adem inhoudt etc. Het is een consoliderende begroting
die voor de duvel uit de doos, van werkgroep I, springt. Finan
ciële problemen vragen om aanpak, maar dat geldt ook voor de eer
der genoemde problemen. Als bestuur moeten we uitdrukkelijk pers
pectief blijven bieden, ondanks de komende bezuinigingen. We kun
nen dan parafraserend op een bekende slogan blijven zeggen:
"Breda is het en blijft het".
De door mevrouw Rattink c.s. ingediende moties luiden als volgt:.
MOTIE iJ.
De gemeenteraad van Breda, bijeen op 27 november 1986,
overwegende
dat door de raad in het kader van de lastenverlichting voor
de Bredase burgers besloten is:
"voor zover de aanvragen om een bijdrage in aan de gemeente
verschuldigde reinigings- en rioolrecht op zichzelf staan en
geen onderdeel vormen van een bredere schuldenproblematiek
moet eveneens, rekening houdend met de kaders welke door de
rijksoverheid zijn gegeven, een individuele beoordeling van
de aanvragen plaatsvinden. Uitgangspunt hierbij zal zijn het
toetsen van de individuele financiële situatie van de aan
vrager aan objectieve normen welke aansluiting vinden bij
die welke gehanteerd worden bij afschrijving o.g.b."
dat de ambtelijke uitleg de volgende is:
"men kan een beroep doen op het ingestelde steunfonds van
f 500.000,Daaruit kan men onder bepaalde voorwaarden een
bijdrage ontvangen om het riool- en reinigingsrecht te kun
nen voldoen."
Stelt vast dat:
de uitleg van het besluit een beperking lijkt in te houden,
uit de gegevens die ons tot nu toe bekend zijn aan te tonen
dat dit jaar nagenoeg geen gebruik gemaakt is van de geboden
mogelijkheid.
Verzoekt het college: