27 NOVEMBER 1986 721 beleid en het beleid voor etnische groepen zijn verwoord. Met klem willen we nog eens de uitvoering van deze besluiten binnen het gemeentelijk personeelsbeleid onder uw aandacht brengen. De criminaliteit houdt de gemoederen van vele burgers bezig. Het zijn vaak de excessieve vormen die de aandacht trekken. Men maakt zich zorgen over deze tendenzen, maar toch zijn het zaken die veelal niet rechtstreeks het dagelijks leven van mensen beïn vloeden. Heel anders ligt het met vormen van de kleine criminali teit als diefstal van fietsen, inbraken in woningen, winkeldief stallen, diefstal uit auto's, vernielingen en toenemende onvei ligheid op straat. Dit soort kwesties raakt het leven van grote groepen mensen in Breda en juist daarom vraagt dit fenomeen grote aandacht. Een gevoel van onveiligheid maakt zich van onze stadsgenoten meester en dit heeft een remmende werking op het functioneren van onze samenleving. Vanuit de C.D.A.-fraktie is bij herhaling gewezen op de ernst van deze situatie, die een voedingsbodem kan vormen voor het nemen van recht in eigen hand. In deze algemene beschouwing willen wij een beroep op U doen om op korte termijn maatregelen te treffen met als doel verbetering van de openbare verlichting en veilig parkeren. Kunt U ons dit toezeggen? Wij vernemen graag uw zienswijze over zogenaamde buurtpreventie-experimenten en onze reeds vorig jaar geuite wens inzake het toetsen van stedebouwkundige plannen op het aspect van sociale veiligheid. De gemeentelijke zorgtaak voor de volks huisvesting komt goed tot uitdrukking in de onlangs in deze raad besproken "nota volkshuisvesting 1986". De hierin gesignaleerde verschuiving van stadsontwikkeling naar stadsbeheer met de hier aan gekoppelde begrippen als verdichting en compacte stad, spre ken ons aan. Van belang is echter dat we ons realiseren dat, ge zien onze groeistadtaakstelling, de groei van de woningvoorraad in de komende jaren nog een dominante factor zal zijn. Deze groei moet wat ons betreft het predikaat selectief krijgen, om dat het niet alleen gaat om het scheppen van woonruimte voor de genen die in Breda een woning zoeken, maar evenzeer om het tegen gaan van sub-urbanisatie en het bevorderen van een gedifferen tieerde instroom in de stad. Deelt U deze zienswijze? Over het produktietempo van de nieuwbouw heeft U de commissie recentelijk geïnformeerd. De maatregelen die U aankondigt om de achterstand in te lopen zijn duidelijk, maar roepen bij ons wel de vraag-.op waarom dit niet eerder is gebeurd. De problematiek bestaat im mers reeds enige jaren en is door ons veelvuldig aan de ord"e gesteld, mede vanwege de relatie tussen woningproduktie en de financiële capaciteit. Wat zijn de financiële implicaties? Met instemming constateren wijdat de stadsvernieuwing voorspoedig verloopt en dat er thans sprake is van evenwicht tussen de uitga ven en de te verwachten doeluitkering. Voor de aanpak van de laatste buurt, te weten Oud-Tuinzigtis door de raad nog geen buurtplan vastgesteld. Wanneer komt dit buurtplan en waarop zijn de in de voor deze buurt in het m.p.s. 1987-1991 opgenomen bedra gen gebaseerd? We hebben kennis genomen van uw voornemen de rege ling voor de verbetering van door eigenaar bewoonde woningen te wijzigen. Ik wil hier aankondigen, dat de C.D.A.-fraktie niet akkoord zal gaan met uw voornemen om slechts 15? van het beschik-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 721