27 NOVEMBER 1986 en al een uitwerking van de Kadernota 1987. Dat betekent, dat de raad bij zijn besluitvorming over de Kadernota niet alleen in formele zin de principe-besluiten neemt over het in het volgende begrotingsjaar te voeren beleid, maar ook feitelijk het kader vastlegt, waarbinnen het college vervolgens de begroting nog slechts administratief voorbereidt. Daardoor is de rol van het college met betrekking tot de formulering van het financieel be leid teruggebracht tot die van een dagelijks bestuur, dat binnen de door de raad bepaalde grenzen de voorbereiding van de door de raad te nemen besluiten verzorgt. Wij trekken daaruit de conclu sie, dat het budgetrecht van de raad thans ook daadwerkelijk door de raad zelf wordt gehanteerd. Nu het politiek gewicht zo duidelijk bij de Kadernota is komen te liggen, kan de begrotings behandeling, wat de V.V.D-fractie betreft, voortaan zowel in tijd als inhoudelijk sterk worden beperkt. Dat zou in zekere zin echter als de schaduwkant van de gewijzigde methodiek genoemd kunnen worden, want de begrotingsbehandeling-oude stijl stond garant voor jaarlijkse politieke hoogtijdagen, die bij uitstek de gelegenheid boden voor ideologische beschouwingen. De woord voerders van de C.D.A. en de P.v.d.A.-fractie hebben zojuist de benodigde beperkingen opgelegd, want op dat punt wordt nauwe lijks ingegaan op hun politieke credo. Ook de V.V.D.-fractie zal nu sterk matigen en volstaan met zonodig herinneringen op te roe pen. Vorig jaar zijn wij uitgebreid ingegaan op de crisis van de verzorgingsstaat en op de vanuit liberaal gezichtspunt toe te juichen ontwikkelingen die daarmee samenhangen. Afslanking van de collectieve sector, ook op gemeentelijk niveau een verande ringsproces dat we toen hebben omschreven als: "minder overheid, meer burger", wordt gekenmerkt door de begrippen, zoals door de heer De Zwart geciteerd, heroverweging, decentralisatie, deregu lering en privatisering. De verzorgingsstaat ontwikkelt zich tot een waarborgstaatwaarin de overheid minder regulerend optreedt en de burger meer ruimte laat om zelf verantwoordelijkheid te dragen, maar zonder evenwel essentiële voorzieningen aan te tas ten en zonder de solidariteit met de werkelijk zwakken in de samenleving in de waagschaal te stellen. Nu zo duidelijk geble ken is, dat het gemeentelijk beleid bij de Kadernota wordt vast gelegd, ligt het naar onze mening voor de hand, dat de politieke beschouwingen voortaan in het voorjaar zullen moeten worden ge houden. Ongetwijfeld zal er bij de Kadernota 1988, wanneer de eerste tranche van de heroverwegingsoperatie aan de orde komt, voldoende aanleiding zijn voor een principieel debat. Onze bij drage aan de algemene beschouwingen nu zal beperkt blijven tot enkele kanttekeningen bij de nota van aanbieding en bij het vol gend jaar in de diverse sectoren te voeren beleid. De V.V.D.- fractie heeft met grote voldoening vastgesteld, dat de voorlig gende begroting sluitend is, slechts beperkte lastenverzwaringen aan de burgers oplegt en het beleid, zo-als dat in de Kadernota werd uitgezet, veiligstelt. Het in onze stad bereikte voorzie ningenniveau wordt goeddeels gehandhaafd en er wordt een aanzet gegeven tot de oplossing van een aantal knelpunten. Zo signale ren we met voldoening, dat middelen worden uitgetrokken voor de realisering van noodzakelijke welzijnsvoorzieningen in de Haagse 728

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 728