27 NOVEMBER 1986
733
te eenzijdige samenstelling van het werkgelegenheidspakket. In
het verleden, toen een groot aantal industriële arbeidsplaatsen
in korte tijd werd uitgestoten, heeft Breda de prijs van een te
grote eenzijdigheid in de werkgelegenheid betaald. Dreigt nu
niet het gevaar, dat een te grote verschuiving naar de diensten
sector Breda wederom uiterst kwetsbaar zal maken? In dit verband
blijft overleg in regionaal en provinciaal verband geboden om de
beschikking te houden over voldoende areaal aan industrieter
rein. Is het mogelijk de planologische procedure voor het indu
strieterrein Haagse Beemden bij voorrang te behandelen? In ver
band met de werkgelegenheid in de middenstand zouden wij graag
geïnformeerd worden over de ontwikkeling met betrekking tot het
Brabantplein en de Haagdijk. Met het oog op het arbeidsmarktbe
leid vernemen wij graag hoe het staat met het jeugdwerkgarantie
plan. Verheugd zijn wij over de recente ontwikkelingen rond het
industrieterrein Moerdijk. De opmerking van de P.v.d.A.-fractie
zet geen zoden aan de dijk. Tot nu toe horen we steeds gewee
klaagde plannen rond het invullen van het industrieterrein en
weinig concrete alternatieven.
Mevrouw RATTINK
Ik dacht dat U uitdrukkelijk net een alternatief genoemd had.
De heer TAKS
Ja, dat betekent dat je een start maakt met de vuilverwerking op
Moerdijk. Dat kan zich op het laatst ontwikkelen tot de hele in
dustrie. Wij denken dat je een weinig vruchtbaar klimaat schept
voor een dergelijke industrie op Moerdijk, als je nu weigert
vuilverwerking te accepteren.
Mevrouw RATTINK
Ik heb toch helemaal niet gezegd dat ik dat weiger.
De heer TAKS
Nee, maar U hebt daar erg negatief over gedaan. Ik vind het be
paald niet gepast op dit moment.
Mevrouw RATTINK
Ik heb alleen uitdrukkelijk gewezen op het gevaar dat Brabant
een vuilnisvat aan het worden is. We hebben immers met hele an
dere afvalstromen te maken.
De heer TAKS
Er kunnen allerlei goede milieuvoorwaarden gesteld worden, waar
door dat gevaar niet meer hoeft te bestaan. Met de bezuiniging
op de rijksbijdrageregeling voor het sociaalcultureel werk is in
de voorliggende begroting nog geen rekening gehouden. Het ziet
er nu naar uit, dat deze bezuinigingen onverkort al in 1987 zul
len ingaan. Wij stemmen er mee in, dat conform de tot op heden
in onze gemeente gevolgde handelwijze de consequenties van de
rijksbezuiniging naar de betreffende onderdelen van de begroting
worden doorvertaald. Wanneer kunnen de voorstellen tot begro
tingswijziging tegemoet worden gezien? Naar onze mening heeft