27 NOVEMBER 1986 738 dient te worden gehaald en wat de te verwachten output, het re sultaat is. Controle op deze twee punten kan dan plaatsvinden door de opdrachtgevers, i.e. de gemeente, het gemeentebestuur. Door deze wijziging zal er een functiescheiding nodig zijn tus sen beheer en administratie teneinde een objectieve krediet- en doelmatigheidscontrole te realiseren. Een goede informatievoor ziening is daarbij onontbeerlijk. Het gevolg hiervan zal zijn, dat de raad nog meer op hoofdlijnen kan besturen, dat ten be hoeve van de interne organisatie kortere lijnen ontstaan en voor de ambtenaren de mogelijkheden groter worden voor het leveren van een eigen inbreng, gekoppeld aan de eigen verantwoordelijk heid. De motivatie van onze medewerkers zal ermee gediend zijn. Wel moet voorkomen worden dat de budgethouders, in dit geval de hoofden van dienst, alles naar zich toe geschoven krijgen. Ook binnen de diensten zullen opdrachten en verantwoordelijkheden moeten worden gedelegeerd. Over de relatie burger - bestuur het volgende. "Niet de politiek staat aan de basis, maar de econo mie"; dit is een uitspraak van Rathenau. In de afgelopen Jaren is de Juistheid van deze uitspraak nog eens pijnlijk bevestigd. De gevolgen van de financiële teruggang op onze maatschappij zijn groot. Het onderscheid tussen kanslozen, kansarmen en kans rijken is hiervan een triest voorbeeld. Hierbij moeten we wel aantekenen, dat in het verleden is gebleken dat een toename van de materiële welvaart geen oplossing betekent voor de problemen in deze maatschappij. Bij het zoeken naar een nieuw evenwicht tussen verzorgingsstaat en marktmechanisme raken velen in de knel. We kunnen de weinige zekerheden die velen in de maatschap pij nog hebben, niet zonder meer afbreken. Juist hier blijft een taak voor de overheid. Een technisch volmaakte maatschappij, waarin de mens niet meer telt, is tot de ondergang gedoemd. Dit alles leidt tot de conclusie, dat de doorvertaling van rijksbe zuinigingen naar de diverse taakvelden opnieuw ter discussie zal moeten worden gesteld. Het geschikte moment hiervoor lijkt ons de behandeling van de Kadernota 1988 in maart 1987. Het is voor de inwoners van Breda van groot belang, dat er vertrouwen blijft in de toekomst, dus ook in de handel en wandel van de politiek. Wij zullen hen dan ook moeten laten zien, dat politiek meer is dan de burgers de illusie geven dat zij regeren. Het is voor D'66 boven alle twijfel verheven, dat het democratisch functio neren nooit mag lijden onder een ingewikkelder wordende samen leving of onder louter gebrek aan financiën. Daarom zullen voort durend nieuwe wegen moeten worden bewandeld, zonder de bestaan de, goed functionerende instrumenten aan de kant te schuiven. Basis blijft de bereidheid openheid te betrachten naar en open te staan voor de burgers. De afdeling voorlichting en inspraak met het gemeentelijk informatiecentrum, blijft hierbij voor ons onmisbaar. Er is meer aandacht daarbij nodig voor de relatie van de burger naar het bestuur. Veelal is er -sprake van eenrichtings verkeer, namelijk van het bestuur naar de burger. We zullen in houd moeten geven aan deze wederkerige relatie. In het komende Jaar zal naar onze mening de noodzakelijke discussie met de bur gers en binnen deze raad moeten plaatsvinden. Vervolgens is voor ons de betrokkenheid van ter zake kundige burgers bij het be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 738