27 NOVEMBER 1986 7^8 den is vooral zorgelijk. Daarom bestrijden we de plannen welke het college ontwikkelt in de Haagse Beemden, zoals Paradijs en Asterd. Daar is nauwelijks plaats voor dé mensen met de laagste inkomens. Om mensen te kunnen huisvesten, beschikken we over het instrument van de WoonruimtewetKan het college aangeven wat er gedaan is met de mogelijkheid die de wet biedt om leegstaande woningen te vorderen? Ik heb het niet voor mogelijk gehouden dat de wethouder de beperkte vorm van inspraak in de ruimtelijke or dening, van de S.t.A.R., de nek om zou draaien. Deze P.v.d.A.- wethouder wordt links nog gepasseerd door de V.V.D. als het gaat om inspraak van de Bredase burgers. Als de P.S.P. het ruimtelijk ordeningsbeleid beoordeelt, dan constateren we een enorme toe name van het aantal voorbereidingsbesluiten, deregulering in op tima forma. De belangrijkste ingrepen in Breda worden gereali seerd zonder dat er een geldig bestemmingsplan onderligt. Wij hechten eraan, dat het ruimtelijke ordeningsbeleid gebaseerd wordt op bestemmingsplannen. Kan het college mij meedelen hoe veel voorbereidingsbesluiten er vanaf 1982 zijn genomen? In hoe veel gevallen is er niet binnen de voorgeschreven termijn van 1 Jaar, of 2 Jaar indien er een structuurplan onderligt, een be stemmingsplan ontwikkeld? Verder zou ik willen weten hoe het staat met de bestemmingsplannen in de binnenstad en in die bui ten het stadscentrum. Kan de wethouder aangeven hoe de planning in deze is? In de mij toegemeten tijd is het niet mogelijk om op alle sectoren in te gaan. Tot slot wil ik een aantal zaken met betrekking tot het functioneren van de raad en het college naar voren brengen. De uitslag van de verkiezingen betekent voor het eerst dat de P.v.d.A. fractie de grootste fractie is geworden. Zij heeft nu weer twee leden in het college, een duidelijk ster kere positie. De P.S.P. constateert echter dat het beleid van het college in plaats van linkser steeds rechtser aan het worden is. Als de P.S.P. naar het collegebeleid kijkt, dan hebben we steeds het idee dat de V.V.D. in Breda de grootste partij gewor den is. Zaken waar vroeger alleen de V.V.D. voor stond, parkeer garages in binnenstad, privatisering, afstoting gemeentetaken worden nu ook door de P.v.d.A. ondersteund. Ik herken in de P.v.d.A.-fractie momenteel dezelfde verschijnselen als toen de C.D.A.-fractie de grootste fractie was, nl. onderdanigheid aan het college en dan speciaal naar hun eigen wethouders. Een kri tische opstelling als fractie laten ze volkomen liggen. Een troosteloze ongeïnspireerde middenpartij is deze fractie aan het worden. Mogelijk is deze opstelling tijdelijk, omdat de fractie voorzitter zich al zichtbaar aan het inwerken is om straks ach ter de collegetafel plaats te nemen. Een zeer brede ondersteu ning heeft het college in de raad. Het is een fortuinlijke po sitie voor een college, vooral als de raad zich zo terughoudend opstelt, zoals ik constateer. Een raad behoort zich naar de me ning van de P.S.P. aktiever op te stellen. Zij behoort haar po sitie serieus te nemen. Bij het uitstippelen van het beleid dient ze vroegtijdig te worden ingeschakeld, waardoor ze in staat is keuzes te maken. In controlerend opzicht vindt de P.S.P., dat de raad het college critischer dient te volgen, met name als het gaat om welke gevolgen zij dient te verbinden aan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 748