RAADSVERGADERING
Notulen van de vergadering van de raad van de gemefntê "Bréda
1 december 1986.
Voortzetting van de behandeling van de begroting v
bur 1987T
De VOORZITTER opent de vergadering om 19-30 uur met het gebed.
AANWEZIG: DE HEER P.M. FEIJ, VOORZITTER, DE HEER A.C.A.M. ADANK,
MEVROUW J.M.A. VAN BERGEN-NIJEHOLTDE HEER C.G. BERKHOUT, ME
VROUW L. VAN BEUSEKOM-NIXDE HEER A.G.J.M. DEN BOER, MEVROUW
M.J. BOIDIN-VAN HOEVE, DE HEER J.L. BOKKELKAMP, MEVROUW J.M.J.
BROSKY-WESTDORPDE HEREN E. DE BRUIJN, L.J. VAN DE CASTEEL, ME
VROUW H.W.D. DAMMER-NOORMAN, DE HEREN N.M.E.C. DERIJCKERE, H.C.
VAN DONGEN, W.P. VAN DONGEN, N. GARRITSEN, J.P.M. GOOS, A.B.
GROSFELD, MEVROUW M.P. HEERKENS, DE HEREN J.H.J. HOFSTé, WETHOU
DER; A.W. KOEKKOEK, MEVROUW E. KRIENS, DE HEREN E.J.M. DE LEEUW,
H.A. MARTENS, DE DAMES A.W. NEEB-WIEGERSMAIJ. DEN
OUDEN-JANSEN, C. PELLIS, E. PLES, DE HEER H.J.F. VAN RAAK,
WETHOUDER; MEVROUW E.W. RATTINK, DE HEREN F.L.M. RöMKENS,
WETHOUDER; R.G.P. SANDBERGWETHOUDER; H.C. SINKE, J.P.W.A.A.M.
TAKS, R.W. WELSCHEN, WETHOUDER; J.A. VAN DEN WIJNGAARD, A.W.M.
DE ZWART, H.S. VAN ASPEREN, SECRETARIS.
AFWEZIG: DE HEER J.O.E. BOER, MEVROUW M.M.C.W. HEESSELS, MEVROUW
M.L.A. PAULUSSEN.
De VOORZITTER
Dames en heren, we zijn vanavond toe aan het antwoord van burge
meester en wethouders in eerste instantie. Ik zou willen begin
nen met Uw raad dank te zeggen voor de positieve en constructie
ve bijdragen tijdens de algemene beschouwingen. De dank, uitge
bracht aan onze medewerkers, zullen wij gaarne namens hen aan
vaarden. Ook al is de heer Taks van oordeel dat de echte discus
sie zich naar de Kadernota verlegt, deze begrotingsdebatten zijn
daarmee toch niet zinloos geworden. Wij hebben best behoefte om
twee keer per jaar wat uitgebreider met elkaar te praten, in te
gaan op de problemen die zich voordoen en een blik te werpen
naar de toekomst. Gaat het goed met Breda en zo neen, maken wij
dat wat al niet goed is nog wat slechter? Sommigen beweren dat,
als zij kijken naar de voor ons liggende bezuinigingen en onze
voornemens daaromtrent. Het hangt met name samen met de toekomst
conceptie. Bestaat deze alleen maar uit het sluitend maken van
onze begroting? Ontbreekt een echte conceptie en als die er wel
is, hebben wij die dan bekwaam weten te verbergen? Wij geven
toe, dat een toekomstvisie op de Jaren na 1990 nog ontbreekt en
wij hebben daarom besloten om in 1987 een aanzet te maken met
het ontwikkelen van een doelstellingennota voor de Jaren na
1990. Wij geven tevens toe, dat onze energie meer dan evenredig
besteed wordt aan de gezondmaking van onze financiën. Wij moeten
daarbij voorkomen, dat de bezuinigingen verdeeld worden over een
aantal sectoren die ten opzichte van elkaar als waterdichte com
partimenten moeten functioneren, waardoor de ene sector niet
meer tegen de andere kan worden afgewogen, bv. wel zwembad tegen
museum, maar niet kleuters tegen parkeergarages. Met zulke on
wrikbare, waterdichte voorstellen voorkom je natuurlijk een hele
boel discussie, maar Je geeft tegelijkertijd wel meteen het we-
d.d. 2 6 FEB. 19ö7
Paraaf