1 DECEMBER 1986 757 den krijgen van de gemeente Breda. Tot welke rampzalige gevolgen zo'n uitspraak kan leiden, heeft de gemeenteraad van Arnhem aangetoond. Nadat in E.E.G.-verband sancties tegen Zuid-Afrika zijn getroffen en Uw raad zich op 24 mei jl. met een motie tegen het apartheidsbeleid heeft gekeerd, heeft de meerderheid van ons college evenmin behoefte aan motie 5 van de P.v.d.A., waarin concrete stappen worden bepleit tegen de aanwezigheid van een be paalde firma in dat land. Dat de gemeenten zich, overigens thans met toestemming van de rijksoverheid, toch met het buitenlands beleid bezighouden en wel op het terrein van de ontwikkelings samenwerking is veel zinvoller. Ik wil mij namens het college bij de opmerkingen van de fracties van P.v.d.A., C.D.A. en P.S.P. aansluiten. Op 24 oktober 1985 heeft Uw raad besloten om uit het fonds ontwikkelingssamenwerking aan de stichting Ontwik kelingssamenwerking Breda, voor 1985 en 1986 jaarlijks een be drag van f 100.000,toe te kennen. Op korte termijn zal aan Uw raad een voorstel worden voorgelegd om ook in 1987, 1988 en 1989 met eenzelfde bedrag de Stichting te subsidiëren. Zoals de P.v.d.A. heeft opgemerkt, zijn onlangs door de S.O.B. aan een eerste project, Aware in India, gelden toegekend. Voor het pro ject zijn door de organisatoren bewustwordingsprogramma's opge zet. Wij zijn met de P.v.d.A., het C.D.A. en de P.S.P. van me ning, dat de Stichting Ontwikkelingssamenwerking Breda onze aan dacht en steun verdient in haar pogingen om projecten in ontwik kelingslanden en de daarmee gepaard gaande bewustwordingsprogra mma's te entameren en te ondersteunen. De stichting is echter uiteraard binnen de gestelde subsidievoorwaarden zelfstandig in haar functioneren. Wij zijn derhalve van mening, dat initiatie ven vanuit de Bredase bevolking primair aan de stichting en niet aan ons college moeten worden voorgelegd. Desalniettemin zijn wij bereid het door de C.D.A.-fractie genoemde initiatief aan de S.O.B. door te geven. Ik kom nu tot enkele Incidentele onderwer pen. Alvorens over te gaan naar de hoofdonderwerpen: Breda als centrumstad; ons bestuurlijk functioneren en politie en crimina liteit nog enkele verspreide zaken. Ten aanzien van de rampenbe strijding is in de commissie algemene zaken van 13 november jl. al toegezegd, dat de commissie periodiek zal worden geïnformeerd over de voortgang. In het met het stadsgewest te voeren overleg zal aandacht worden besteed aan een duidelijke taakafbakening met de gemeentelijke brandweer. Het enige amendement, dat ter tafel ligt, betreft de overheveling van de subsidie van het Oranjecomité naar de vereniging Justitieel Klachtenbureau Breda. Nu de gemeenteraad in zijn vergadering van 25 september jl. met overgrote meerderheid besloten heeft aan de genoemde vereniging geen subsidie toe te kennen, zien wij geen aanleiding om op dit amendement nader in te gaan. Wij ontraden derhalve aanvaarding van dit amendement. Ik kom nu aan het punt Breda als centrum stad. De heer De Zwart heeft gevraagd of het bestaande grondge bied van Breda voldoende perspectief biedt voor een grootscha lige ontwikkeling van onze stad. Wij zouden dit in een breder perspectief willen bezien dan alleen het ruimtelijke. Reeds op 6 mei 1985 hebben wij, in antwoord op hun brief van 23 januari 1985, Gedeputeerde Staten in het kader van het te voeren herinde-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 757