1 DECEMBER 1986 758 lingsbeleid in samenhang met het beleid betreffende intergemeen telijke samenwerking, gewezen op de maatschappelijke schaalver groting, het groeiende gemeentelijke takenpakket, en de toenemen de mobiliteit in de afgelopen decennia. Wij hebben er daarbij tevens op gewezen, dat de positie van de grote gemeenten steeds meer in de knel komt. De nog steeds verdergaande verslechtering van de financiële mogelijkheden van Breda, biedt een uiterst somber perspectief voor de nabije en verdere toekomst. Het gaat hierbij niet alleen om de grootstedelijke problematiek van Breda, maar ook om haar centrumfunctie ten opzichte van de re gio. De migratie-problematiek en de daarmee gepaard gaande ne gatieve, selectieve gevolgen voor de stad, baren ons tevens zor gen. Een sterker draagvlak van de centrumstad is ook voor de in het Stadsgewest samenwerkende gemeenten van grote betekenis. In dat verband hebben wij in genoemde brief aan Gedeputeerde Staten al meegedeeld, dat wij bij een verdere uitbouw van centrumfunc ties en de te verwachten ontwikkelingen op het terrein van de ruimtelijke ordening, te beperkte uitbreidingsmogelijkheden bin nen onze huidige gemeentelijke grenzen zien, waarbij wij niet alleen denken aan bedrijfsterreinen. Ons pleidooi voor herinde ling is dus primair ingegeven door de noodzakelijk te verbeteren draagkracht van Breda en niet door acute ruimte-nood. In dat ver band heeft de heer De Zwart ook de verhouding met de randgemeen ten aan de orde gesteld en een pleidooi gehouden voor bijdragen van die gemeenten in de kosten van centrale voorzieningen. Verge lijken wij onze regio met een auto dan is de centrumstad daarvan de motor. Hoe goed ook de andere accessoires zijn en hoe mooi de auto er ook uitziet, als er geen geld meer is voor brandstof dan blijft hij wel staan en raken we achterop. Met grote interesse heb ik toen ook kennis genomen van een voorstel van, naar ik meen, de V.V.D.-fractie in de raad van Nieuw-Ginnekendie bij de begrotingsbehandeling aldaar pleitte voor bijdragen of hogere bijdragen aan Breda voor het gebruik maken van centrumvoorzienin gen. Men was zo eerlijk daarbij het ontgaan van annexatie te be trekken. Tot mijn grote teleurstelling bleek de overgrote meer derheid van genoemde raad daar niet voor te voelen; de problema tiek blijft dus op tafel. Wij zijn voornemens om initiatieven te ontplooien om met randgemeenten te overleggen over redelijke bij dragen in centrale voorzieningen. Het resultaat hiervan zullen wij, voorzien van onze conclusies, aan Uw raad voorleggen. Over het onderwerp bestuurlijk functioneren het volgende. Verschil lende fracties zijn ingegaan op dit functioneren en de daarbij aan de orde zijnde relatie tussen de raad en het college. Enkele fracties hebben bovendien politieke uitspraken gedaan omtrent het functioneren van andere fracties. Wij hebben hiervan kennis genomen. De C.D.A.-fractie heeft haar collega-partijen uitgeno digd om in de komende periode te werken aan het uitzetten van een bestuurlijke koers waarin zowel aanhangers van de verzor gingsstaat als van de zorgzame maatschappij zich kunnen vinden. Wij zijn dienaangaande van oordeel, dat het primair aan de raad is om als hoogste orgaan binnen de gemeente de bedoelde koers te bepalen. Genoemde doelstellingen als privatisering en deregule ring kunnen hierbij duidelijk deel uitmaken. Zoals ik reeds heb

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 758