1 DECEMBER 1986
767
Nederland. Ik wil niet zonder meer suggereren in deze raad, dat
plotsklaps met het entameren van die activiteiten alle pro
blemen, en dan met name de financiële perikelen van Moerdijk,
uit de wereld zijn. Denkt U maar aan onze missie van 14 dagen ge
leden, waarbij we de staatssecretaris verzocht hebben enig uit
stel te geven met betrekking tot de terugbetalingsverplichting
van de f 20 miljoen. Ik verwacht toch van deze activiteiten een
hoopvolle aanzet tot grondverkopen van het industrie- en haven
schap en een creatie van nieuwe werkgelegenheid. Dat zijn uit
sluitend toch de zaken, die in een of andere vorm altijd de ba
sis moeten vormen om uit de financiële problemen van Moerdijk te
komen. Opgemerkt is rond het B.S.W. beleid, dat de doelstelling
van de doorstroming van W.S.W.-werknemers en de aanname van de
zwaarst-gehandicapten met elkaar in tegenspraak lijken te zijn.
Op zich is dat niet het geval. Wel ben ik het eens, dat zich
hier een spanningsveld bevindt. Voor de B.S.W. heeft, in het
licht van de mingroei, de doelstelling van de aanname van de
zwaarst-gehandicapten, en dat zijn de geestelijk en/of lichame
lijk en/of sociaal gehandicapten, een zeer hogere prioriteit dan
die van de doorstroming. Zodra deze W.S.W.-werknemers bij de
B.S.W. werkzaam zijn, worden zij middels begeleiding, training
en eventueel opleiding gebracht tot een voor hen optimaal ni
veau. Op dat moment speelt de vraag of het vrije bedrijf bereid
is W.SW.-werknemers te accepteren, waardoor doorstroming tot de
mogelijkheden gaat behoren. Onze ervaring van de laatste jaren
is, dat minder dan 1% doorstroomt naar het vrije bedrijf. De
B.S.W. Is hierin wat dat betreft echter geen uitzondering, omdat
het landelijk cijfer niet anders is. Met betrekking tot het ver
krijgen van geschikt werk voor de B.S.W. heeft het college een
aantal maatregelen genomen, die nog niet geheel het beoogde re
sultaat hebben opgeleverd. Het ligt in mijn voornemen om samen
met de directie van de B.S.W. en uiteraard de meest betrokken
diensten een overleg te entameren, teneinde potentieel werk voor
de B.S.W. op te sporen en te bekijken in hoeverre dat een bij
drage kan leveren om enerzijds B.S.W.'ers te werk te kunnen stel
len of anderzijds dat werk door de B.S.W. te laten doen. Spre
kend over het personeelsbeleid doet het mij goed, dat nagenoeg
alle fracties hun waardering hebben uitgesproken over de betoon
de inzet van ons ambtelijk korps. Onze ambtelijke medewerkers
krijgen het vandaag de dag redelijk voor hun kiezen. Terwijl we
dat allemaal beamen, schromen we er toch niet voor bij tijd en
wijle, en zeker ter gelegenheid van de algemene beschouwingen,
zelf ook een forse duit in het zakje te doen, door het vragen
van nota's, notities, voorstellen etc. Op landelijk niveau is de
rechtspositie en het daaraan gekoppelde salaris onderwerp van
uitputtende onderhandelingen. Lokaal hebben we ook een heel lijs
tje. Terwijl de rek er als gevolg van eerdere bezuinigings- en
H.U.G.-rondes al behoorlijk is uitgehaald, staat het ambtelijk
apparaat onder minstens even grote, zo niet grotere druk dan de
politiek. Er moet doelgericht, efficiënt worden gewerkt. We spre
ken al op politiek niveau over contract-management. Er moet be
zuinigd worden; er moet gereorganiseerd worden en last but not
least: het gewone werk moet eveneens doorgang vinden. Tot slot