1 DECEMBER 1986 768 lat is er dan nog het bedrijfsleven dat wenkt met honoreringen die >0_ onze mogelijkheden te boven gaan. Dit alles vergt een behoedzame k aanpak. Een groot aantal zaken zult U straks in de uit te bren- ■eL gen nota personeelsbeleid tegenkomen. Het zal kenmerkend zijn, dat we echt niet even het gevoerde personeelsbeleid vanuit het ng verleden zullen omgooien. Wel hopen we aan te geven hoe stapsge- en wijs veranderingen, in goed overleg met de personeelsorganen, n_ kunnen worden ingevoerd. Daarbij zal enerzijds het belang van de t_ werkorganisatie, doch anderzijds ook het belang van de werknemer a_ een rol dienen te spelen. De heren De Bruijn en De Zwart vragen te om een beleidsconceptieIn het korte tijdsbestek is dat onmoge- ng lijk, maar heel sterk zal benadrukt worden dat wij de verantwoor de delijkheid daar moeten leggen waar ze thuishoort. Delegeer en n> mandateer een groot aantal, met name uitvoerende zaken naar het Ch dienstniveauen zorg voor adequate informatie op basis waarvan ,et de politiek op hoofdlijnen kan bijsturen en controleren hoe met de de bevoegdheden wordt omgegaan. Dat vergt een beheersinstrumenta- ie_ rium waarvan in januari aanstaande de eerste zaken operationeel [an worden: Mikro-pris en E.N.I.A.C., die heel in het kort gezegd de het management moeten informeren op dienstniveau; het concern ng over de samenhang en het bestuur over de kaders waarbinnen het zich afspeelt. Dit is een gigantische klus die op velerlei ni- ■id veaus een uiterste inspanning vergt om dat waar te maken. Daar- de naast vergt het uiteraard goed opgeleid en gemotiveerd personeel >en om met deze apparatuur en de software om te gaan, maar meer en pe zeker nog personeel wat kan werken met deze andere informatie- [at stromen. Het vraagt personeel wat zich achter dit veranderings- ,r_ proces opstelt en kwalitatief deze vraagstukken aan kan. Ik hoop l6n dat de komende nota personeelsbeleid een groot aantal van deze ■e- vraagstukken voor U verheldert. We moeten naar een betere bege- ien leiding, soms loopbaanplanning, een inzicht in taak en relatie ;en met de formatie die daarvoor staat en helderheid over begrippen ,or als centraal en decentraal. Een heel belangrijk aandachtspunt in j_ de komende jaren zal zijn het zoveel mogelijk voorkomen van ge- 1_ dwongen ontslagen. Dat brengt met zich mee scholing, herscholen, ■e_ alsmede het herplaatsen van de juiste man of vrouw op de werk- ,eg plek die overeenkomt met capaciteit en persoonlijke ontplooiing. ,n_ Dit brengt tevens met zich mee de enorme spanning die bestaat :rs met de herhaaldelijk door Uw raad uitgesproken wens om met name we gericht te werven bij vacatures onder vrouwen, onder etnische en minderheden en andere kwetsbaren op de arbeidsmarkt. Binnen de n9 door mij aangegeven beperkingen zal ik er alles aan doen om de ;en stelpost extra werkgelegenheid ten behoeve van 8 formatieplaat- de sen voor deze doelgroep te handhaven. In januari 1987 start een an cursus om de kwaliteit van dienstverlening aan etnische minder- s_ heden door onze ambtenaren te verhogen en te verbeteren. Een en tweede cluster besluiten van 8 november 1984 had betrekking, en jk dat was de vraag van meneer De Zwart, op het gemeentelijk eman- de cipatiebeleid. Wat betreft het personeel werd verwezen naar de >e- door de raad op 25 juni 1981 gestelde uitgangspunten met betrek- e- king tot de positie van vrouwelijke ambtenaren. De verdere uit- ot werking en uitvoering hiervan blijft ook nu gestimuleerd en ge- ot controleerd worden door de werkgroep Vrouwen en Personeelsbe-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 768