1 DECEMBER 1986
de 16 andere grote gemeenten blijven streven naar een verfij
ningsregeling voor deze investeringsimpuls naar analogie van de
verdeling die in 1986 heeft plaatsgevonden. Om U een indicatie
te geven, dat betekent per investeringsimpuls van f 50 miljoen
op jaarbasis voor Breda f 1 miljoen verschil. Tegen de achter
grond van onze hele financiële problematiek is dat voor waar
niet misselijk. Gezien de eerder gesignaleerde circulaireproble-
matiek is het van belang dat in het bestuursakkoord is vastge
legd dat vóór 1 juli voorafgaande aan het begrotingsjaar de ge
meenten mededeling ontvangen over de algemene uitkering, met te
vens een indicatie voor de daarop volgende jaren. Wat ook van
belang is, is dat tegenvallers op de departementale begrotingen
volledig gecompenseerd worden in de richting van de gemeenten,
voor zover deze naar de gemeenten doorwerken. In de richting van
D'66 in het bijzonder wil ik nog opmerken dat in het bestuursak
koord ook is afgesproken, dat nader zal worden bezien welke ver
dere uitwerking per departement aan dit akkoord kan worden gege
ven, zodat wij ons niet, waar D'66 ons toe uitnodigde, tot de
V.N.G. wenden met dit verzoek, want dat is al opgenomen. Samen
vattend blijven wij als college van mening, dat de in het be
stuursakkoord vastgestelde gedrags- en spelregels in onvoldoende
mate recht doen aan de in de achterliggende jaren opgelopen fi
nanciële achterstand. We mogen echter ook constateren, dat dit
bestuursakkoord een erkenning inhoudt van de autonome plaats van
de gemeenten en dat voorwaarden geschapen zijn om op zorgvuldige
wijze een meerjarenbeleid te kunnen voeren. Overigens, dit hoef
de niet in een akkoord vastgelegd te worden, want zo luidt de
wet. Wij hebben, in antwoord op de vraag van de V.V.D. dienaan
gaande, dan ook het vertrouwen, dat alle bewindslieden naar let
ter en geest dit akkoord zullen hanteren en zich aan de afge
sproken regels zullen houden. Ik ben overigens graag bereid dit
bestuursakkoord als een afzonderlijk bespreekpunt in de commis
sievergadering financiën en planning in januari a.s. aan de orde
te stellen. Een ander belangrijk punt betreft het tarievenbe-
leid. Daarover is door alle fracties het woord gevoerd. Ten aan
zien van de richting moet geconstateerd worden, dat er duide
lijke verschillen van opvattingen zijn die in deze raad naar vo
ren komen. Stelt de P.v.d.A. dat het tarief van de o.g.b. van
eigenaren zo snel als mogelijk opgetrokken moet worden, vde
V.V.D. daarentegen is van mening dat de lijn van het raadsbe
sluit van 13 maart 1975 op de kortst mogelijke termijn weer geëf
fectueerd moet worden. Het is duidelijk dat deze twee standpun
ten diametraal tegenover elkaar staan. Wij moeten elkaar daar
voor af en toe recht in de ogen kijken. Ik heb al bij de commis
siebehandeling gezegd dat de o.g.b.-heffing, alsmede de andere
heffing en expliciet onderwerp van bespreking zullen zijn bij de
Kadernota. Het lijkt me daarom op dit ogenblik ongewenst om op
de uitnodiging van de V.V.D. in te gaan- om nu harde uitspraken
te doen ten aanzien van het te volgen tarievenbeleid in de ko
mende jaren.
De heer TAKS
780