1 DECEMBER 1986 grale afweging van verschillende sectorale belangen en eenduidi ge prioriteitsvolgorde te kunnen worden afgeleid ten aanzien van de planuitwerking per deelgebied. Het zal duidelijk zijn, dat te gen deze achtergrond de motie van D'66, met betrekking tot de stadsranden, overbodig is. Wij adviseren U deze in te trekken, omdat de aard en strekking van de motie straks bij de behande ling van de nota stedelijke hoofdstructuur in de raad kan worden getoetst op grond van de door U voorgestelde punten. Door de C.D.A. is een vraag gesteld met betrekking tot het rekening hou den met de opvatting van buurtbewoners en nabuur-gemeenten. Wij willen graag het volgende toezeggen. Wij menen dat de legitimi teit en de uitvoerbaarheid van de plannen valt of staat met reëel en open overleg met alle betrokkenen, dat wil zeggen met buurtbewoners als in voorkomende gevallen met de betrokken na buur-gemeenten. Door de fractie van D'66 is gevraagd of het ef fect van de in het groenstructuurplan voorgestelde afstoting van groen op de overblijvende voorzieningen en op de stadsranden nog eens ter discussie kan komen. In dit verband wil ik erop wijzen dat de bedoelde effecten steeds in de planuitwerking zullen wor den betrokken. Toetsing van de plannen op deze effecten blijft juist ook elke keer tot de mogelijkheden behoren. Met name de fractie van het C.D.A. is blij met het duidelijk herkenbare milieubeleid in Breda. Het zal U duidelijk zijn dat ik die opmer king van harte onderschrijf. Verder zegt de C.DA-fractie "waakt en gaat niet achterover leunen". Zij onderstreept daarbij het belang van de milieu-educatie. Ik kan U wat dit betreft toe zeggen, dat een beleidsplan milieu-educatie in januari ter be spreking in de commissie zal worden aangeboden. In dit plan is een nadere uitwerking opgenomen van de functie van het binnen kort te openen Milieu Educatief Centrum op het gebied van het milieu-educatief beleid in Breda. Het zal duidelijk zijn, dat de invulling van de functie van het Milieu Educatief Centrum be paald wordt door de mate waarin materiële middelen, waarin begre pen een adequate invulling van het centrum in personele zin, be schikbaar zijn, alsmede een draagvlak vanuit de bevolking wordt gevonden. De fractie van de P.v.d.A. heeft naar onze mening ge vraagd over de ontwikkelingen rond een mogelijk toekomstig cen trum voor afvalverwerking op Moerdijk. Ik wil niet in herhalin gen vallen in relatie met hetgeen de heer Sandberg heeft gezegd. De bestuurscommissie heeft inmiddels als reactie op het provin ciaal afvalstoffenplan II aangekaart om in het bestaande plan concept over de toekomstige stortplaats na te gaan of daar een aansluiting kan worden gevonden met de ontwikkelingen rond een afvalverwerkingscentrale op Moerdijk. Juist nu lijken de kansen aanwezig om door draagvlakversterking en schaalvergroting te ko men tot toepassing van meer milieu-hygiënisch verantwoorde en milieu-technologisch innoverende verwerkingstechnieken. Herge bruik van afvalstromen spelen hierbij ejen belangrijke rol. Wij hebben dan ook met de reactie van de bestuurscommissie Afvalver werking van het Stadsgewest Breda van harte ingestemd. Door de C.D.A.-fractie is aangedrongen op een snelle financiële afwikke ling van de percolaatproblematiek, en met name de financiële con sequenties daarvan op de afvalstoffenberging Bavel-Dorst. Kort-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 784