1 DECEMBER 1986
790
er grote mate van eenstemmigheid bestaat over het afzien van di
recte subsidiëring en dat de gemeentelijke overheid alleen door
maatregelen in de voorwaardenscheppende sfeer zou kunnen bij
dragen. Met betrekking tot de Haagse Beemden wil ik een aantal
specifieke opmerkingen maken. Ten aanzien van de buitensportac
commodaties is in de planontwikkeling voor het gebied Haagse
Beemden rekening gehouden met een drietal buitensportcomplexen
met een omvang van circa 5 ha. per complex. De voorbereidingen
om het tweede complex Paradijs te realiseren, zijn in gang ge
zet. De planning hiervoor is dat in 1987 begonnen wordt met de
aanleg en dat het complex zo mogelijk eind 1988 bespeelbaar is.
Gelet op de beperkte financiële mogelijkheden zal een herbezin
ning op het totale stedelijke sportareaal noodzakelijk zijn.
Duidelijk is dat de nieuwe aanleg in de Haagse Beemden een over
schot te zien zal geven in overig Breda, als ik het zo mag noe
men. Een notitie hierover verschijnt begin 1987. Ten aanzien van
de overdekte sportaccommodatie kan ik stellen, dat het gewenst
is om tot een grotere sportaccommodatie te komen in Muizenberg.
Een dergelijke accommodatie kan echter alleen gerealiseerd wor
den in samenspel met realisering van voortgezet onderwijs in de
wijk. Via investeringen ten behoeve van schoolsportvoorzieningen
is tevens voor de wedstrijdsport een te exploiteren accommodatie
te verwezenlijken, analoog aan de constructie zoals die is toe
gepast in de sportzaal Raaimoeren. Het is dan wel noodzakelijk,
dat het betrokken schoolbestuur daaraan medewerking wil verle
nen. Aan afzonderlijke gymnastiekaccommodaties voor het basis
onderwijs zal geen onmiddellijke behoefte meer ontstaan. Voor
alsnog is met de bestaande accommodatie voldoende capaciteit be
schikbaar. Evenals ten aanzien van de sportvelden geldt ook
hier, dat een herbezinning op het totale stedelijke overdekte
sportaccommodatie-bestand noodzakelijk is. Hieraan wordt ook
gewerkt; een notitie hieromtrent zal spoedig verschijnen. Me
vrouw Rattink en de heren De Zwart en Taks zijn ingegaan op het
centraal beheer van de zwembaden. Vóór 1 juli 1987 zal aan Uw
raad een nadere concretisering worden voorgelegd, waarin alle
aspecten en onder andere het sociaal statuut zullen worden op
genomen. De te volgen tijdsplanning zal ik spoedig bespreken met
de Commissie cultuur, sport en recreatie. Tevens zal zo spoedig
mogelijk een visie moeten worden ontwikkeld hoe wij de komende
tien tot vijftien jaar zullen moeten omgaan met de zwemaccóm-
modaties in Breda. De trendmatige terugloop in bezoekersaan
tallen bij de openluchtbaden, de veranderde behoeften bij het
recreatief zwemmen zowel overdekt als in de openlucht en de
opkomst van andersoortige recreatie-projecten in de omgeving,
zoals de Galderse Meren, dwingen ertoe om een route uit te zet
ten voor de zwembaden in de jaren '90. Mevrouw Rattink heeft
gewezen op de moeilijkheden met betrekking tot het zwemmen voor
gehandicapten. Ik wil er nadrukkelijk op wijzen, dat door wijzi
ging van het beleid inzake artikel 36 van het W.W.V.ten aan
zien van het sociaal cultureel werk, deze activiteit eigenlijk
dreigde te verdwijnen. Door aanpassing van de activiteiten in
het kader van de sportstimulering is het college erin geslaagd
voortzetting mogelijk te maken. Ik wil dit onderdeel eindigen