3 DECEMBER 19 8 6
constaterende dat
realisering van basisscholen in voldoende mate plaatsvindt;
overwegende dat
het waarschijnlijk niet mogelijk zal zijn scholen te stichten
voor alle richtingen en vormen van het V.O.;
verzoekt het college:
initiatieven te ontplooien die de mogelijkheden onderzoeken naar
haalbaarheid van het stichten van een school voor V.O., waarin
óók het openbaar onderwijs vertegenwoordigd is;
en gaat over tot de orde van de vergadering.
De heer DE ZWART
De betekenis van politieke overtuiging vertaald naar de vraag:
wat moeten wij verwachten van de overheid waarmee ik mijn eerste
termijn heb afgesloten en waarmee U Uw eerste termijn bent be
gonnen, is van grote betekenis wanneer het gaat om de aanpak van
diverse sleutelthema's.
SCHORSING/INTERRUPTIE DOOR SINT EN PIETEN
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De heer DE ZWART
Het gaat de komende jaren om de essentie van de verzorgingsmaat
schappij, die in feite een verzorgingsstaat is geworden, opnieuw
te formuleren en daardoor veilig te stellen. Die essentie is
naar onze mening ondergesneeuwd. Wij hebben in ons handelen de
overheid opgezadeld met bijna alle maatschappelijke problemen en
knelpunten. Achter het tot nu toe in praktijk gebrachte concept
van de verzorgingsstaat is een bepaald mensbeeld schuilgegaan.
De mens die zijn menszijn allereerst verwezenlijkt in een volks
gemeenschap, manifesteert zich in de staat. Dit verklaart wel
licht ook de houding van de P.v.d.A. en andere partijen tegen de
huidige ombuigingsvoorstellen van het kabinet. Zij ervaren deze
voorstellen vaak als een stap achteruit. Zij erkennen dat ombui
gen nodig is, maar vinden ook dat het gelijktijdig reuze spijtig
is want het ging zo goed in de jaren '70. Het ging natuurlijk he
lemaal niet zo goed in de jaren '70. De overheid wordt over de
gehele linie belast met verzorgingstaken en kan die niet aan.
Een verzorgingstaat die niet de trekken van een zorgzame samen
leving vertoont, kan niet lang standhouden. Kernpunt is dat de
mens niet uitsluitend in een volksgemeenschap leeft waarin de
staat het hoogste orgaan is. De mens gaat immers niet geheel op
in een uitsluitend politiek bestaan, maar neemt ook deel aan ve
le andere gemeenschappen zoals het gezin, het onderwijs, de werk
kring, het vrijwilligerswerk, de kerk, de buurt en talrijke ver-