3 DECEMBER 1986 815 der met een nota over cultuur te komen. Daar is alle begrip voor. De heer De Zwart heeft gezegd: U wordt gek van al die nota's schrijven, maar die nota is wel van belang als wij onze uitspraken in twee moties serieus willen nemen. Daarom komen wij opnieuw, en ik hoop dat drie maal scheepsrecht is, met een motie om de bezuinigingen aan te houden. Dat betekent dat alle acties, die zouden moeten worden gepleegd om ontstane situaties aan te vullen, bijvoorbeeld het opvullen van een vacature die gedeelte lijk ontstaan is bij De Beyerd, de mogelijke vacature die zal ontstaan bij het stedelijk museum, nog niet moeten worden inge vuld, want daar moeten we dat beleid juist over voeren. Dat be tekent aanhouden van die zaak, nog niet invullen, maar laten we over dat beleid gaan praten. Ik zou een dringend beroep willen doen om dat nog maar een keer uit te spreken en de bezuinigingen voorlopig aan te houden. Inzake ons standpunt over alle andere moties zullen we bij de behandeling van de moties terugkomen. MOTIE 13. De raad van de gemeente Breda, in vergadering bijeen op woensdag 3 december 1986; behandelend de begroting voor het jaar 1987; constaterende dat - de raad in twee moties (motie 17 d.d. 16-12-'85 en motie 5 d.d. 10 maart '86) heeft uitgesproken dat de bezuinigingen op cultuur pas dan konden plaatsvinden wanneer een discussie was gevoerd over de plaats van de cultuur in Breda; - het college invulling heeft gegeven aan een deel van de bezui nigingen zonder dat de bedoelde discussie heeft plaatsgevonden; - in de eerste helft van 1987 de nota cultuur aan de raad zal worden aangeboden; van mening zijnde dat: - de invulling van de bezuinigingen op cultuur plaats dient te vinden op basis van de nota cultuur, zodat recht wordt gedaan aan de uitspraken van de raad via eerder genoemde moties; draagt het college op: - de bezuinigingen op cultuur aan te houden tot na behandeling van de nota cultuur; en gaat over tot de orde van de vergadering. De heer GARRITSEN

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 815