3 DECEMBER 1986 816 De kaders zijn erg smal om een gemeentelijk beleid te voeren, heb ik in eerste termijn al aangegeven, met name een links be leid. Het is onmogelijk om binnen de kaders die de rijksoverheid aangeeft een beleid te voeren, dat gericht is om de verschillen in de maatschappij feitelijk te verkleinen. Het beleid wat de rijksoverheid voert is toch het afbreken of afbouwen van voorzie ningen, die juist bedoeld zijn om mensen meer kansen en meer mo gelijkheden te geven in deze maatschappij. In mijn inleiding heb ik toen gesteld, dat het met name voor de P.v.d.A. moeilijk moet zijn om zich in zo'n begroting te kunnen vinden. Je zegt nu: bezuinigingen die landelijk opgelegd worden hou je aan; bin nen die kaders ga je opereren. Ik denk dat het niet mogelijk is. De V.V.D. heeft heel duidelijk gezegd, dat die zich prima kan vinden in de begroting die voor ons ligt. Dat moet toch een sig naal zijn in de richting van de P.v.d.A. In hoeverre ben je be reid om in deze zaak met het college akkoord te gaan? We zien naar de Kadernota toe de enorme bezuinigingen op ons afkomen. We weten dat die bezuinigingen rechtstreeks gaan in de richting van de sector welzijn, die ook nog de kortingen, die nog moeten ko men van de zijde van Brinkman, rechtstreeks doorberekend krij gen. Op zo'n moment is het heel moeilijk een lokaal beleid te voeren. Je moet je daar niet mede verantwoordelijk voor maken. De P.v.d.A. heeft in mijn richting gezegd: geef maar aan hoe je het anders wilt. Ik heb al aangegeven, dat binnen deze smalle marges dat uitermate moeilijk is. Als je toch heel concreet met initiatieven komt, dan wordt er nauwelijks inhoudelijk over gesproken. Ten aanzien van het onderwijs het volgende. Ik heb een aantal maanden geleden bij de vaststelling van het scholen plan een motie ingediend om met name het voortgezet-onderwijs in de Haagse Beemden van de grond te krijgen. Het voortgezet open baar-onderwijs is in Breda, volstrekt achtergesteld ten aanzien van het bijzonder-onderwijsDie motie heeft nauwelijks enige discussie hier opgeleverd, ook niet van de zijde van de P.v.d.A. en de V.V.D. partijen waar je toch van zou verwachten dat men op dat moment erover gaat praten. Nu is het zo dat er een motie ligt van de P.v.d.A. om een samenwerkingsschool te realiseren. Inmiddels heb ik begrepen dat die motie weer van tafel is en dat er een nieuwe motie ligt, die gezamenlijk door de V.V.D., D'66, en P.v.d.A. ingediend is. Als je praat over de achterstandsitu atie van het openbaar-onderwijs, dan moet je daaraan op een demo cratische manier vorm geven. Dat betekent voor mij dat je met al le geledingen van het openbaar-onderwijs in discussie, in ge sprek moet gaan, met name in welke vorm eraan voortgezet-onder- wijs in Breda en concreet in de Haagse Beemden behoefte Is. Je moet daar prioriteit leggen. Het is niet zo als van de zijde van de V.V.D. beweerd wordt, dat een nieuwe schoolstrijd oplaait. Het is niet zo, dat als het bijzonder-onderwijs met initiatieven komt om een school te stichten, je dat soort zaken dan afkeurt. In dezelfde geest moet je de achterstelling, die het openbaar-on derwijs heeft, in dat licht bezien. Dat betekent concreet dat je als gemeente, als bestuur van het openbaar onderwijs, zelf met een Initiatief moet komen en dat je je eigen achterban daarbij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 816