3 DECEMBER 1986
SCHORSING
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER
We gaan thans over tot het antwoord van B W in tweede termijn.
Zoals uit de uniforme dassen die wij dragen aan deze kant van de
tafel moge blijken, bestaat er nog steeds een grote eendrachtig
heid in opvatting binnen het college, die alleen maar afwijkt
bij motie 5Voor de rest houden we de gelederen best gesloten.
Wij gaan niet in op de diverse discussies die mevrouw Rattink en
de heren De Zwart, Taks, De Bruijn en Garritsen met elkaar ge
voerd hebben. De concrete vragen die nog gesteld zijn, willen we
graag trachten te beantwoorden. De heer De Zwart heeft nog eens
geprobeerd uit te leggen wat hij bedoeld heeft met de zorgzame
samenleving en waar hij tegenover stelt dat mijn inleiding wei
nig genuanceerd was. Gezegd is dat de overheid toch altijd
blijft opkomen voor de zv:akkeren. Mevrouw Rattink heeft dat zeer
goed begrepen, waar zij mijn woorden aanhaalt dat in een terug
tredende overheid de rechtvaardige samenleving natuurlijk eist
dat die overheid opkomt voor de minderheden en voor de zwakken
in de maatschappij. Uit dien hoofde staan de heer De Zwart en
het college niet ver van elkaar. De heer De Zwart heeft gevraagd
naar, en de heer De Bruijn is blij met de toezegging, een formu
lering van een samenhangend beleid op lange termijn na 1990. De
heer De Zwart zegt: Ja, dat is allemaal mooi en wel, maar hebt U
nou eigenlijk ook voor 1990 een samenhangend beleid? Wij vinden
dat het program-akkoord, dat gaat tot 1990, eigenlijk een demon
stratie is van dat samenhangend beleid, waarin toch geprobeerd
is om de belangrijkste elementen, die tot ons zorgveld behoren,
in goede samenhang te behandelen. Het is natuurlijk heel moei
lijk om in onze zeer Ingewikkelde maatschappij en ingewikkelde
problematiek een samenhangende visie te krijgen zonder dat dit
vervalt in een politieke filosofie, zoals wij die ook in de
aanzet van onze beschouwingen naar voren hebben gebracht. We
denken toch, dat wij voor de komende Jaren die visie moeten
terugvinden in de Kadernota waarin ook het program-akkoord. We
hopen dat U onze plannen, die wij U zullen aanbieden bij de
Kadernota kunt toetsen op de samenhang die wij daarin menen te
kunnen leggen.
De heer DE ZWART
Ik begrijp U dus goed dat U zegt: wij hebben voor de voorberei
ding van de Kadernota en de besluitvorming waarvoor wij als col
lege staan voldoende aan het program-akkoord. Daar kunnen we al
les in vinden, zegt U in feite.
De VOORZITTER
Ja, op basis daarvan plus natuurlijk de onvoorziene zaken bij
een program-akkoord de financiële tegenvallers die Je moet ver
talen. De Kadernota 1988 is niet een gewoon vervolg op de Kader
nota 1987. De Kadernota 1988 heeft natuurlijk een ander beeld,
820