3 DECEMBER 1986
Wethouder WELSCHEN
Een drietal partijen heeft in tweede termijn nog wat opmerkingen
gemaakt en ik loop ze even af. Het C.D.A. stelt, dat het moge
lijk zo zou kunnen zijn, dat een moderne huisvesting van het ge
hele gemeentelijke apparaat besparingen zou kunnen opleveren
naast de winst die je maakt van een uniforme en plezierige, mo
derne werkplek. De raad kan aan het college de vraag stellen:
wilt U naast de besluiten die we genomen hebben rond de diensten
werken, milieu en openbare werken ook een ander model uitwerken
wat ruimer ligt? Dat kan aan de raad gepresenteerd worden, waar
door zij kan bezien wat de mogelijkheden op dat punt zijn.
De heer DE ZWART
Dat was inderdaad de bedoeling.
Wethouder WELSCHEN
De heer De Zwart heeft verder gevraagd of we wat meer zouden kun
nen vertellen over de financiële en bestuurlijke lijn, die we in
de richting van de corporaties, laten we zeggen de controle op
de corporaties, zouden willen leggen. Breda kent binnenkort een
tweetal corporaties die zo laag in de A.B.L. zitten dat ze toe
stemming voor bijzondere uitgaven nodig hebben, een derde die in
ieder geval een meldingsplicht heeft, en een vierde die op dit
moment buiten ons om kan. Aangezien de rijksoverheid de verant
woordelijkheid voor de financiële situatie van corporaties hoe
langer hoe meer probeert te verleggen naar de gemeente, is het
van belang dat wij mogelijkheden hebben om de financiële ontwik
kelingen mee te sturen door contouren neer te leggen ten aan
zien van die corporaties. Om dat goed te doen, moet je alle in
strumenten gebruiken die daarbij mogelijk zijn. Dat betekent
niet alleen het tegenhouden van uitgaven wat in een extreem ge
val zou kunnen, maar vooral het gezamenlijk bekijken bij vragen
als: waar moet je renoveren of groot onderhoud uitvoeren, waar
moeten de contingenten naar toe, hoe kun je samenwerken, welke
lijnen kun je gemeenschappelijk afspreken, wat voor soort wonin
gen gaat men krijgen, wie kan wat meer risico's nemen en wie wat
minder? Eigenlijk betekent het dat je niet die hele lijn kunt
sturen door alleen te controleren. Je moet het doen door invloed
op het beleid te geven. Dat betekent dat de raamovereenkomst aan
een kant mee kan werken en dat aan de andere kant een controle
scherper ontwikkeld moet worden binnen de instrumenten, die de
rijksoverheid daarvoor aan gemeentes geeft. De rijksoverheid is
met een nota bezig. Ik wil dit punt graag uitwerken en U een no
titie toezeggen na de Kadernota. Ik heb niet gezegd welke en ook
niet wanneer, maar hij komt dus. Met de opmerking Inzake Woning
bedrijf B ben ik het eens met wat U retorisch vraagt. D'66 pro
beert, maar dat lukt toch niet, enig licht te zien tussen col
lega Römkens en mij wat deze zaken betreft.
De heer DE BRUIJN
826