3 DECEMBER 1986 832 Het college acht, tegen de achtergrond van de invulling van deze voorstellen die geen aantasting betekenen en die nadrukkelijk onderwerp van discussie worden en kunnen zijn bij de contouren nota, dit een verantwoord invulvoorstel De heer GARRITSEN Mag ik dan nog een vraag stellen? Het gaat concreet naar het be stuur van het museum toe, want het is nu toch zo dat de nota in feite een financieel verhaal is geweest. Het was uiteindelijk een berichtgeving richting commissie en richting raad over de bezuinigingen. Eerst zegt U: geen invulling, nu zegt U wel in vulling. Ik vraag me af wat voor beleid er achter ligt. Er is met name door het bestuur gevraagd: kom daar eens mee en ook naar de raad. Wethouder HOFSTE Wij vullen de vacature van directeur niet in. Wij willen naar de nieuwe beleidslijn, en ik heb dat een en andermaal duidelijk ge zegd. In een interimperiode heb je niet van vandaag op morgen als je dat beveelt die historische sector ondergebracht. In die interimperiode zal het college voorzien in een oplossing. Dat is wat ik heb betoogd. Ik wijs er overigens op dat de directeur pas vertrekt per 1 maart a.s. We hebben dus goede gelegenheid om daar nader invulling aan te geven. Ik zal dat ook met het be stuur van het museum bespreken. Als de heer Garritsen suggereert dat de beleidslijn niet besproken zou zijn met het bestuur van het museum, dan is hij nadrukkelijk verkeerd. De beleidslijn is wel, en niet een keer maar zelfs in verschillende gesprekken met het bestuur van het museum aan de orde gesteld. Mevrouw RATTINK Het gaat mij er niet zo zeer om, en ik heb dat al eerder gezegd in mijn tweede termijn, dat wij geen bezuinigingen op cultuur zouden toestaan. De wethouder zegt nu dat de beleidslijn wel be sproken is met het bestuur van het museum, dat andere beleids lijnen wel besproken zijn met de directeuren van de diensten. Waarom worden die beleidslijnen dan niet met de raad en met de commissie besproken? Dat is in feite het punt waar het hier om gaat Wethouder HOFSTE We hebben een beleidslijn uitgestippeld. Het is een goede zaak om, voordat je het definitief hebt, het in aftastende zin te bespreken met de besturen van instellingen. U hebt zelf gezegd: als je een beleid wilt ontwikkelen, dan doe je er verstandig aan om dat vooral te bespreken met directeuren van instellingen. Dat is ook gebeurd. Zoals ik in de eerste termijn gezegd heb, was het op enig moment gelet op het financieel perspectief en de problemen die zich daarbij voordeden, voor het college niet moge lijk om die gesprekken op dat moment te continueren. Ik heb dat ook in de commissie meegedeeld. Als U zegt: je moet dat gesprek met de raad en commissie heropenen, dan zeg ik U graag toe dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 832