1 20 FEBRUARI 1986 85 die zin haar taak als bestuur niet zou kunnen uitoefenen. Daar mee kom je in feite al weer op het terrein van het eeuwige di lemma tussen de algemene verantwoordelijkheid ten aanzien van het totaal van het onderwijsbeleid en de specifieke taak als schoolbestuur van het openbaar onderwijs. Schetsen van die di lemmapositie en van de ontwikkelingen in de toekomst mis ik in dit stuk. Mevrouw Wouters zei dat er in het stuk iets staat ten aanzien van de landelijke situatie. Er staat wel iets in over de landelijke situatie zoals die nu is ten aanzien van het on derwijsbeleid, maar de schets naar de situatie in de toekomst, het beleid zoals dat op basis daarvan gevoerd zou moeten gaan worden op de nieuwe ontwikkelingen, die gaande zijn, mis ik. Dit betreft o.a. de daling van het leerlingenaantal, de bezui nigingen en de veranderde eisen die aan het onderwijs gesteld gaan worden. Het onderwijs is immers een collectieve voorzie ning en die voorziening moet in de steeds veranderende behoefte van de gemeenschap voorzien. Het realiseren daarvan staat vaak op gespannen voet met de wijze waarop ons onderwijsbestel thans functioneert. Met de spanning tussen de maximale vrijheid en de eisen van overheidswege, de daling van het leerlingenaantal, zetten we het onderwijs onder druk en in feite ook de inrich ting en de richting van dat onderwijs. Het gemeentebestuur zal daar in de toekomst rekening mee moeten gaan houden en meer be leid moeten gaan voeren. In die zin vind ik het jammer, dat die ontwikkelingen daarin niet geschetst worden. Als we zien dat voor Brabant de daling van het leerlingenaantal ongeveer 33% zal gaan bedragen, is dat nogal wat. Het houdt ook in dat straks de stichting en het behoud van scholen onder druk staan. Er is al eerder gezegd dat er een onderzoek gedaan zal worden naar de werkelijke behoefte van de onderwijsconsumenten en niet alleen naar de richting, maar ook naar de inrichting van het onderwijs. Dat laatste met name is heel essentieel. We kunnen dan, als we wat meer weten over de eisen die men stelt, versnippering tegengaan. In wijken met een teruglopend leerlin genaantal kan in een aanvaardbare schoolgrootte voorzien wor den. De specifieke behoeften kunnen dan ook blijken. Het onder zoek van de sociografische dienst zou aan het begin van het schooljaar moeten starten. Ik heb begrepen dat dat inderdaad gaat gebeuren. Op basis van de gegevens die straks bekend zijn, zal een nieuw hoofdstuk van dit beleidsplan toegevoegd kunnen worden, wat dan wat verder kijkt dan alleen de inhoud nu. Daar mee wil ik zeggen dat ik het prima vind dat het stuk er nu ligt qua inhoud, maar ik denk dat we naar de toekomst wat verder moeten De heer DE BRUIJN Ik denk dat het plan wat voor ons ligt duidelijk aangeeft hoe het gemeentebestuur aankijkt tegen het openbaar onderwijs en het belang van het openbaar onderwijs in een gemeente als Bre da. De nota geeft vele goede aanzetten. Het probleem is hoe we die aanzetten in de praktijk brengen en welke termijn daarover heen gaat. In de commissie is gesproken over een jaar na dato.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 85