18 DECEMBER 1986 875
zijn blij met de toezegging, dat het teruggekoppeld wordt naar
de commissie.
De heer GARRITSEN
Ik begrijp het niet goed. We hebben een rapport, waarin duide
lijk zaken staan wat men graag wil. Wij moeten daar op dit mo
ment niet over besluiten, maar dat dient in overleg te gebeuren.
De flexibiliteit is een goede zaak. Dat heb ik begrepen uit de
commissie. Datgene wat de P.v.d.A. inbrengt, wordt gewoon vol
slagen gedekt door deze motie. De wethouder heeft toegezegd: ik
ga met het onderwijsveld en met het C.I.O.B. praten om te kijken
hoe die zaak verder opgestart wordt. Omdat verschuiving binnen
het totale budget mogelijk is, heb ik daar vrede mee. Dat is ook
datgene wat de motie vraagt.
Wethouder HOFSTé
Volgens mij is hier sprake van in zekere zin een misverstand,
maar ook van flankerend informatiebeleid. Ik zal U uitleggen wat
ik bedoel. Ik heb in eerste termijn gezegd waarom ik niet over
kon en wilde gaan tot een voorstel om de middelen anders aan te
wenden dan hier wordt voorgesteld. Met het onderwijsveld is be
gin vorig jaar, misschien zeg ik het nu overtuigender, de af
spraak gemaakt om de gelden beschikbaar te stellen en de wijze
waarop, dus niet van hoog naar laag, maar middelend en voor de
duur van tien jaar. Als ik zeg flankerend informatiebeleid, dan
doel ik op het feit dat zowel de heer De Leeuw als de heer
Garritsen dat wel begrepen hebben, maar mevrouw Paulussen blijk
baar niet. Misschien kunnen zij nog een keer mevrouw Paulussen
informeren over datgene wat ik gezegd heb. Dan is dat echt flan
kerend beleid.
De VOORZITTER
Plus informatica.
Wethouder HOFSTé
En informatica.
De heer GARRITSEN
U geeft een scheiding tussen twee fracties aan. Daar heb ik op
zich geen problemen mee, maar deze scheiding snap ik niet.
Wethouder HOFSTé
Omarmt U dan mevrouw Paulussen, daar bent U het helemaal eens.
Ik heb gezegd dat ik bereid ben om met het onderwijsveld nog
eens overleg te plegen over een eventuele andere verdeling. Ik
ga nu uit van de situatie zoals die was bij het onderwijsveld en
zoals die is ingediend door de C.I.O.B.-commissie op basis daar
van.
Mevrouw PAULUSSEN
Wat de wethouder nu zegt, daar vraagt de motie toch om?
De VOORZITTER