18 DECEMBER 1986 889 Wethouder HOFSTé Over de termijn waarop de begroting hier wordt aangeleverd, heb ik in de commissie gezegd, dat ik de opvatting deel dat het te laat is. Door een aantal organisatorische zaken vertonen ver schillende bedragen, waaruit de begroting is opgebouwd, een ver schil, zoals de begrotingen van Sportfondsen en die van de wel zijnsdienst. Er is heel nadrukkelijk, als gevolg van die gewij zigde samenstelling van onderdelen tegen Sportfondsen gezegd, dat men moet blijven binnen de bedragen, zoals ze in de begro ting van de welzijnsdienst zijn opgenomen en daarmee is Sport fondsen akkoord gegaan. Akkoord. 413. OPNEMEN VAN DE ARTIKELEN A4 BIS EN A4 TER IN HET ALGEMEEN AMBTENARENREGLEMENT, BEVATTENDE EEN ALGEMENE BEPALING DIE DELEGATIE VAN BEVOEGDHEDEN DOOR BURGEMEESTER EN WETHOUDERS AAN DE HOOFDEN VAN DIENST MOGELIJK MAAKT. (S) De heer BERKHOUT Delegatie van bevoegdheden naar een zo laag mogelijk niveau in de organisatie past in een modern personeelsbeleid. Zo'n dele gatie is aan te bevelen enerzijds, omdat het stimulerend kan wer ken op de motivatie van degene die de delegatie wil ontvangen en anderzijds, omdat het besparend werkt. Onnodige administratieve arbeid wordt vermeden op het niveau dat aan het te nemen besluit geen feitelijke waarden meer toevoegt. Zo'n delegatie dient wel te worden verleend met een zodanig delegatiebesluit dat aan de nieuwe beslisser voldoende managementtools worden aangereikt. De besluiten van de diverse hoofden van dienst dienen zo geredi geerd te worden, dat voor ambtenaren bij verschillende diensten zoveel mogelijk rechtsgelijkheid wordt bereikt. De V.V.D.-frac tie is van mening dat, zeker in eerste instantie, de delegerende bevoegdheden beperkt dienen te blijven tot een nader te bepalen functieniveau in de organisatie. Nadat ervaring met deze delega tie is opgedaan, kan zonodig verder worden gegaan. We dienen aan het G.O. voor te leggen een uitvoeringsbesluit in het werkgevers vooroverleg Wethouder SANDBERG De heer Berkhout en het college zijn van mening, dat het hier gaat om een formeel juridisch kader. Er staat een richting in die het college voornemens is in te slaan door een aantal verant woordelijkheden op het gebied van de rechtspositie van ambtena ren in de nabije toekomst over te dragen. De uitvoering daarvan zal getoetst worden aan de opvattingen van het G.O. Ik heb geen enkel probleem met de gedachte die de heer Berhout nu alvast ten tonele voert. Je zou ermee rekening kunnen houden en die meenemen bij bijvoorbeeld de uitvoering, want daar komt het op neer. Dan zijn we feitelijk al bezig met de discussie over de inhoud van het uitvoeringsbesluit. Dat is nog wat prematuur, maar het is een waarschuwingswoord van de heer Berkhout vooraf, althans zo vat ik het op.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 889