18 DECEMBER 1986 906 De heer De Bruijn vindt het een goed degelijk stuk. Voor een wij ziging en een aanvulling van een subsidieverordening is het wel een heel lijvig stuk. Het is logisch dat een verordening na enig gebruik getoetst wordt en eventueel aangepast moet worden. Daar mee zijn we hier dan bezig. Je moet oppassen, dat je de zaak door alles goed te regelen niet stuk regelt. Dat zou tegen de landelijke beleidslijn zijn. Ik wil wat bemerkingen plaatsen op onderdelen van de verordening en ik begin bij de particuliere woningverbetering. Ik ga met de maatregelen akkoord, dat je een bodembedrag voor een aanvrage inbrengt, anders leg je een te groot beslag op de personele capaciteit. Het subsidiebedrag moet inderdaad niet de gemaakte kosten overstijgen. Er dient ook mijns inziens een duidelijke relatie te zijn tussen de verlen ging van de levensduur van de woning en de gegeven subsidie. Dat houdt dus in bouwtechnisch verbeteren en geen isolatie, want dat kan in andere verbanden ook wel gesubsidieerd worden. Daar vind ik stadsvernieuwingsgelden niet het juiste middel voor. Het col lege heeft maatregelen voorgesteld om te voorkomen dat subsidie geld in enig jaar te vroeg toegezegd is. Het college komt met vijf delen van de subsidiegelden voor 1987, waarvan één vijfde nog voor 1986 geldt en de andere vier voor de vier kwartalen van 1987. Ik begrijp de gedachte niet die daaronder ligt, want het is gewoon een administratieve oplossing en geen reële. Ik heb daar in de commissie niet genoeg duidelijkheid over gekregen. Het voorstel houdt verder in de 85%-15% verdeling. Die is er nu even uitgenomen, maar ik ben het wel eens met de vorige spreker, dat wij gezamenlijk destijds de stadsvernieuwingsgebieden hebben aangewezen als stadsvernieuwingsgebieden. Je moet er inderdaad grip op hebben om zo snel mogelijk uit die situatie te komen. Ik ben toch benieuwd naar het komend voorstel, waarschijnlijk in de commissie volkshuisvesting van januari. T.a.v. de monumen ten en beeldbepalende panden vind ik het juist dat in de verorde ning opgenomen wordt, dat monumenten die al van rijks- of provin- ciewege subsidie krijgen niet op de gemeentelijke lijst voor sub sidie worden opgenomen. Ik ben tevreden met de bedrijvenpara graaf. Ik heb gehoord dat die vorig jaar toereikend was. Ik vind het altijd een vrij laag bedrag. De wethouder heeft al gezegd dat op het moment dat die niet toereikend is, wij daarover kun nen spreken. We zouden jaarlijks moeten nagaan of het bedrag van f 150.000, toereikend is en dat zou naar de commissie toe moeten. Wat de keuze betreft van de stadsvernieuwingsgebieden zijn wij ook akkoord. Ik wacht graag de reactie van de wethouder af op enkele bemerkingen van mijn zijde. We zijn het eens met het voorstel. Ik wil wel graag weten wanneer het stedelijk be heer in de commissie volkshuisvesting ter sprake komt. Dat is im mers een logische opvolging van deze discussie. De heer W. VAN DONGEN De aanvulling van de subsidieverordening stadsvernieuwing met een hoofdstuk betreffende subsidiëring van bedrijven, woning corporaties en de wijziging van het hoofdstuk monumenten en beeldbepalende panden, vormen een bijdrage tot een totale aanpak van de verbetering van de panden, die mede het beeld en de kwa-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 906