9 MAART 1987 111 zullen het mogelijk maken, zowel voor de binnenstad als voor de Haagse Beemden, de benodigde complementaire voorzieningen te realiseren." We weten onderhand wel beter. Juist door de keuze toen voor de Haagse Beemden, zonder dat er voldoende garanties waren dat we het financieel aankonden, moeten we nu in de bestaande stad inleveren om het minimale voorzieningenniveau in de Haagse Beemden te kunnen realiseren. Lichtzinnige besluit vorming rond de aluminium woningen kost ons eveneens veel geld. De F.N.V. afd. Breda stelt daarom terecht in haar reactie van 26 februari 1987 op deze kadernota, dat het discutabele beleid uit het verleden ons nog steeds opbreekt. Zoals ik reeds aangegeven heb, zijn de risico's een gevolg van lichtzinnige besluitvorming op lokaal niveau. Veel besluiten zijn genomen zonder dat vooraf de zaken goed onderzocht en onderbouwd waren door het college. De raad - althans de meerderheid van de raad - wil hier dan niets daadwerkelijk veranderen. Worden achteraf - en vaak veel te laat - de risico's zichtbaar, dan worden ze financieel afge wikkeld. De oorzaken mogen niet boven tafel komen. Verant woordelijke bestuurders worden niet beoordeeld en politiek veroordeeld voor de vele miskleunen die gemaakt zijn. In zo'n politiek klimaat is het niet verwonderlijk dat de zaken zo lopen. Als de politieke verhoudingen dan nog zo zijn, dat het college gest-eund wordt door 37 van de 39 raadsleden en dat de collegefract'ies niet de moed hebben om meer te zijn dan een verlengstuk van het college, dan is de P.S.P. uiterst verontrust over de toekomst van de Bredase lokale politiek. Bij het begin van mijn betoog heb ik al aangegeven, dat de kadernota een aan tal besluiten omvat waar de P.S.P. uiterst ongelukkig mee is, om het zeer voorzichtig te zeggen. Een fors aantal gemeenschaps voorzieningen en activiteiten moeten bloeden als gevolg van een financieel wanbeleid. Nu kun je stellen dat wat er in Breda gebeurt, ookv-in andere plaatsen gebeurt en als zodanig niet uniek is. T.ach is er een groot verschil. Het voorzieningenniveau in Breda is op tal van terreinen minimaal. Tal van sectoren verkeren in een dusdanige situatie, dat afslanking de doodsteek betekent. We- komen onder een aanvaardbaar minimum als we deze kadernota accepteren. Een andere vraag is of we door het aan nemen van de kadernota inderdaad die bezuinigingen realiseren welke opgenomen zijn in het financiële verhaal. De P.S.P. heeft hierover ernstige twijfels. De inhoudelijke en financiële onderbouwing van de nota is zeer zwak en op een aantal onderde len niet aanwezig. Een hoofdelement van de bezuinigingen wordt gevonden door verkoop van een aantal complexen (Lovensdijk, Van Sonsbeekpark met Het Ei, N.A.C. en de tennisbanen). Naast de bezuinigingen in de exploitatiesfeer moet de grondopbrengst de enorme kapitaalsvernietiging goedmaken. Deze operatie is met de onderliggende stukken die bij de kadernota horen nauwelijks hard te maken, maar nog los van deze omvangrijke afstotingsoperaties wordt nergens uitgewerkt welke bestemmingen we op de vrijkomende gebieden willen realiseren. Van een verantwoorde besluitvorming kan op deze wijze geen sprake zijn. We gaan dan dezelfde weg weer op, waarmee we in het recente verleden zoveel financiële risico's hebben gelopen. Naast de afstoting van genoemde com plexen staat het afstoten van een aantal gemeentepanden op de lijst. Ook hier is het onduidelijk waar we met de huisvesting

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 111