9 MAART 1987 cultuur. Wij vragen ons af of de wethouder in staat is om deze kar te trekken. De P.S.P. heeft vaak het idee, dat we met de betreffende wethouder het paard achter de wagen hebben gespan nen. We gaan niet vooruit, maar belanden in het moeras. In de onderwijssector wordt de onderwijsbegeleidingsdienst financieel zwaar getroffen. Van enig overleg is ook hier geen sprake ge weest. Kan het college aangeven welke effecten deze forse bezui niging heeft op het onderwijsvoorrangsbeleid? Ik denk dat het zaak is dat we weten welke beleidsmatige effecten het heeft en dat we niet alleen kunnen volstaan met een bedrag invullen. In de sector sociaal cultureel werk en maatschappelijke dienstver lening is gelukkig niet klakkeloos de Brinkman-korting doorge voerd. Gelukkig is het college op haar eerder genomen standpunt teruggekomen, maar dat betekent niet dat deze sector buiten de bezuinigingsplannen is gebleven. Vele oude HUG-kortingen moeten de instellingen nog ophoesten, terwijl veel nieuwe kortingen voor 1988 van f 357.000,al weer opgelegd zijn. Een inhoude lijke onderbouwing in de kadernota treffen we ook niet aan. Kan het college vertellen hoe bijvoorbeeld het J.A.C. in Breda nog kan blijven functioneren als in deze sector zulke financiële aanslagen worden gepleegd? Hecht het college geen waarde aan de jongerenhulpverlening, zoals dat door het J.A.C. wordt uiteenge zet? Het lijkt de P.S.P. onmogelijk om, zoals in de kadernota staat aangegeven, het uitvoerende werk te sparen bij een zo forse bezuiniging, maar mogelijk kan de wethouder ons het ant woord geven. Het J.A.C. weet het niet en de P.S.P. nog minder. Het beleid ten aanzien van de gemeenschapshuizen kunnen we even eens niet volgen. Activiteiten uit buurthuizen moeten naar gemeenschapshuizen terwijl deze laatsten worden geprivatiseerd, althans dat is de bedoeling van het college. Een goeddraaiend buurthuis aan de Crogtdijk met een maandhuur van zo'n f 1.000, is dat niet meer door Breda op te brengen? Uit de reacties van de besturen van gemeenschapshuizen valt overduidelijk op te maken, dat ze niets voelen voor privatisering; terecht, denkt de P.S.P. Taak, werkwijze en doelstelling van gemeenschapshuizen vallen niet te rijmen met vercommercialisering. Het beleid van de gemeente Breda is op dit terrein ook volstrekt willekeurig. In het verleden moest de BRO haar gebouw verlaten aan het Van Coothplein. Een van de belangrijkste argumenten was dat ze te commercieel waren; ze haalden te veel geld uit de bar-omzetten. Nu drijft het college gemeenschapshuizen in een richting die ze in het verleden bestreden. Waar sportkantines niet mogen concur reren met de horeca, gaat het college gemeenschapshuizen deze kant opdrijven. Onderzoeken naar privatisering is naar de mening van de P.S.P. geldverspilling en kunnen beter besteed worden voor zinvolle activiteiten. Het college is heel optimistisch ten aanzien van het terugdringen van de werkloosheid door het kabi net Lubbers. Derhalve komt er f 500.000,minder bij de sociale dienst. Wij hopen dat het lukt, maar bij de P.S.P. blijft het de vraag of dit een haalbare zaak is. Het college rekent ons In de kadernota voor, dat de effecten van de voorstellen in de kaderno ta 37,5 arbeidsplaatsen minder betekent. Volgens de P.S.P. zijn de gevolgen vele malen groter. Veel zaken zijn niet bekeken op het aspect van werkgelegenheid. Slechts de interne formatie van de gemeente is beoordeeld en dan nog slechts financieel. Taak-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 114