10 MAART 1987 123 commissie bij dit hele gebeuren beter te betrekken dan in het verleden het geval was. Gezien de enorme vlucht die kantoor automatisering neemt, moeten de opleidingen een sterke stimulans krijgen. Dezer dagen vindt er een uitvoerig debat plaats in de Tweede Kamer over het sociaal-economisch beleid in Nederland. Dat is het forum waar de degens gekruist moeten worden over de werkeloosheidscijfers en de maatregelen die genomen moeten wor den om deze terug te dringen. In deze raad discussiëren over de Juistheid van de werkeloosheidscijfers is nauwelijks zinvol. Een conclusie die te trekken is maar waar je ook nauwelijks iets mee doet, is, dat de juistheid van het geregistreerde aantal werk zoekenden op z'n minst twijfelachtig is. Daarenboven komen dan nog factoren als de verborgen werkeloosheid, zodat ik er geen slag naar durf te slaan. Over twee van de drie sporen van het kabinetsbeleid bestaat nauwelijks verschil van mening, hooguit over de intensiteit ervan. Ik doel dan op het algemeen werkge legenheidsbeleid (creatie van nieuwe arbeidsplaatsen in de markt sector en de structuurversterking van de marktsector door gene rieke en specifieke maatregelen) en op het specifieke werkgele genheidsbeleid ten behoeve van langdurig werkelozen. Het poli tieke verschil van inzicht concentreert zich voornamelijk op de relaties die zijn te leggen bij de samenhang van verlaging col lectieve lastendruk, het overheidstekort, premie- en lastendruk, concurrentiepositie en het functioneren van de kapitaalsmarkt. Dat zijn zaken waarover mevrouw Rattink het wel in haar uit voerige inleiding heeft gehad. Daar ga ik op deze plaats nu niet verder op in. Als gemeente, zeg maar als locale overheid, hebben wij daar zeer marginale invloed op. Ik ben het wel met mevrouw Rattink eens, dat het midden en kleinbedrijf een belangrijke po sitie inneemt in het economisch gebeuren. Met name met de detail handel is daarom een goede overlegstructuur, waar we de proble men van alle dag bespreken maar ook het op lange termijn denken niet schuwen, belangrijk. Het aantal projecten en de werkwijze van de projecten voor langdurig werkelozen zullen binnenkort uit voerig in de commissie economische zaken aan de orde komen, om dat dat een integraal onderdeel uitmaakt van de nota sociaal economisch beleid. Algemene tendens is toch vaak, dat het loon- vormende perspectief daarin meestal ontbreekt. Dat impliceert dat we ze ook niet ongestraft kunnen uitbreiden. In de praktijk blijkt, dat deze projecten een relatief hoge doorstroming heb ben, omdat ze meer functioneren als een voorziening voor scho ling en werkervaring gericht op intrede, soms herintrede in het arbeidsproces. De nota sociaal-economisch beleid, die eind maart ter beschikking zal zijn, vormt de grondslag voor een actieplan. De commissie economische zaken heeft reeds uitgesproken daarbij indringend te worden betrokken. Daarbij zal ook de starterspro- blematiek aan de orde komen. Ik heb een korte opmerking over het Industrie- en Havenschap op verzoek van de heer Sinke. Uiteraard verandert het niet van de ene dag op de andere van een zorgen kind in een rijke industriële telg. Het overschot van dit soort terreinen in Nederland blijft daarvoor een obstakel. Er wordt hard gewerkt. Er zijn vele contacten met industriële vestigings kandidaten. Ik meen dat er op dit moment 53 zijn, maar alles heeft wel zijn tijd nodig. Ik durf U geen voorspelling te doen over het verloop van die contacten, maar van onze kant zijn de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 123