10 MAART 1987
133
zou leiden. Gelijktijdig echter constateer ik, dat in het voor
stel van de V.V.D. geen antwoord gegeven wordt op het door hun
voorstel ontstane structurele tekort ad 3 miljoen in 1988 en
volgende jaren. Het college is van mening, dat het onderhavige
voorstel tot inzet van de goodwill-vergoeding recht doet aan de
actuele financiële positie van de gemeente Breda alsmede aan het
voorkomen van onverantwoord opsouperen van middelen op korte ter
mijn. Ik meen met deze nadere motivering tevens een antwoord te
hebben gegeven op de vraag die met name de V.V.D. stelt over hun
suggestie om de melkkoe eeuwigdurend melk te laten geven, omdat
dat enige problemen op dit ogenblik oplevert in de orde van ex
tra bezuinigingen van 3 miljoen. Een tweede belangrijk element
in de capaciteitsverruiming voor de komende jaren is gelegen in
de voorstellen met betrekking tot activiteiten waarvoor een be
roep wordt gedaan op de burger. Door sommigen van U en door ons
genoemd onder het hoofdstuk lastenverhoging burgers. Als belang
rijkste hiervan geldt de o.g.b. Zowel door C.D.A., V.V.D. als
D'66 is ingegaan op het principebesluit van het college om de
o.g.b.-tarieven vanaf 1 januari 1988 in principe aan te passen
aan de feitelijke prijsontwikkeling. Vraagtekens zijn gesteld
bij de tussenzin "behoudens onvoorziene omstandigheden". Wat be
doelt U daarmee, college? Door de V.V.D. is op dit punt zelfs
een amendement ingediend. Gezien de discussie tijdens de begro
tingsbehandeling 1987 heeft het college gemeend U het voorstel
te presenteren, zoals dat onder het besluit punt c. is weerge
geven. De zorg die de V.V.D.-fractie uitspreekt, nl. dat het col
lege door deze tussenzin met de ene hand geeft en met de andere
hand iets terug wil nemen, is volledig ongegrond. Integendeel,
juist de tussenzin versterkt het voornemen van het college om
als uitgangspunt te hanteren de feitelijke prijsontwikkeling en
nadrukkelijk slechts bij onvoorziene omstandigheden de raad voor
stellen te doen om hiervan in positieve of negatieve zin af te
wijken. Het is dus geenszins de bedoeling dat, zodra de wette
lijke belemmeringen ten aanzien van de limieten o.g.b. zijn weg
genomen, het college voornemens zou zijn om zonder meer de
o.g.b.-belastingschroef strakker aan te draaien. Integendeel,
het is juist de nadrukkelijke bedoeling van het college om al
leen af te wijken van de prijsontwikkelingen als zich daartoe
bijzondere omstandigheden voordoen. We zullen die ook terdege mo
tiveren.
De heer TAKS
Noem eens een voorbeeld.
Wethouder RöMKENS
Een bijzondere omstandigheid zou bijvoorbeeld kunnen zijn een ex
treem slechte mogelijkheid van verkoop van nieuwbouwwoningen
waardoor wij genoodzaakt zouden zijn de o.g.b. te verlagen. Een
ander extreem.
De heer TAKS
Dat is ook niet erg overtuigend.
Wethouder RöMKENS
Nou, ik wou nog een tweede voorbeeld geven.