12 MAART 1987 15 8 delijkheid benaderen. We behoren niet tot degenen die op cen trale huisvesting van het totale apparaat hebben aangedrongen. Het is voor ons zelfs niet zonder meer vanzelfsprekend dat de monumentale panden in de binnenstad, die nu tot huisvesting dienen, allen moeten worden opgeofferd voor een modern, massaal kantorencomplex ergens midden in de wei. De V.V.D.-fractie heeft nooit om zo'n stadskantoor gevraagd. De wethouder van financiën is er niet in geslaagd, ondanks zijn heldhaftig pogen, om ons ervan te overtuigen, dat het V.V.D.-amendement inzake de koppe ling van het tarief onroerend goedbelasting en de feitelijke prijsontwikkeling overbodig is..Het is nauwelijks een serieuze benadering van het college om het V.V.D.-amendement te kwalifi ceren als een verzwakking in plaats van een versterking van het door ons beoogde beleid. Voor de raad heeft het voorbehoud voor onvoorziene omstandigheden geen enkele betekenis. De raad kan te allen tijde naar boven of naar beneden afwijken van de prijs ontwikkeling, ook zonder voorbehoud. Dit voorbehoud kan per sal do alleen voor het college van belang zijn. Daardoor heeft het college bij voorbaat al een handvat om in voorkomend geval bij de voorbereiding van de jaarlijkse kadernota een structurele tariefsverhoging in de capaciteit op te nemen. De ervaring leert hoe moeilijk het voor de raad is om het ongedaan te maken. Zon der voorbehoud is de bewijslast voor het college aanzienlijk zwaarder. De V.V.D.-fractie streeft, zoals bekend, naar verster king van de positie van de raad en handhaaft daarom haar amende ment. Wat betreft de inzet van de Enwa goodwill-vergoeding wij zen wij erop, dat door ons geen voorstel is gedaan om tot andere inzet te komen. Wij hebben slechts een ander model geschetst en daarover het oordeel van het college gevraagd. We hadden immers zelf al berekend, dat door ons model op korte termijn een tekort in de capaciteit zou ontstaan. Na tien jaar geeft het V.V.D.-mo del echter al beter resultaat en na twintig jaar is volgens het collegevoorstel de Enwa goodwill-vergoeding tot nul gereduceerd, terwijl het volgens ons model dan nog volledig intact is. Het zou toch verstandig zijn als het college zich nog eens over onze gedachte boog, om in de nota van aanbieding bij de begroting van 1988 een meer weloverwogen oordeel te kunnen geven. Wij hebben geen antwoord gekregen op onze opmerking, dat de verhoging van het reinigingsrecht met 1/6 deel van de toegestane 1555 winst, de komende jaren niet door verdere verhogingen mag worden gevolgd en evenmin op onze opmerking dat de verhoging van het rioolrecht ook werkelijk een tijdelijk karakter moet hebben. Graag vernemen we alsnog de zienswijze van het college. Inzake de verlaging van de V.V.V.-subsidie hebben wij tot ons genoegen vernomen, dat de tweede tranche nu definitief van de baan is en dat het college in het geval dat de eerste tranche bij de V.V.V. tot problemen mocht leiden, bereid is te praten over een oplossing zoals die vorig jaar is gevonden. Niettemin blijven wij van opvatting, dat die eerste tranche moet worden gefaseerd over de jaren 1988 tot 1990. Het college is tot onze spijt niet bereid in te gaan op onze suggestie om de diverse bezuinigingen, die als een molen steen om de sector cultuur hangen, op te vangen door een nood plan in de vorm van één drastische maatregel in de accommodatie sfeer, zoals door ons geschetst. De V.V.D.-fractie blijft bij haar mening, dat het beter is de resterende bezuinigingen zo

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 158