12 MAART 1987
163
de commissie personeel en organisatie besproken te worden. De
gewijzigde motie dienen wij dan ook in, mede ondertekend door
die grote coalitiepartner.
De VOORZITTER
In plaats van motie 3?
De heer DE BRUIJN
Dat is juist. Ik durf de heer Taks bijna niet aan te kijken,
maar ik hoop dat hij begrijpt wat ik bedoel. Bij de V.V.V. ge
beurt iets merkwaardigs. Wij nemen een besluit vanavond om de
V.V.V. voor een ton te korten, in twee tranches van f 50.000,
zoals het in de kadernota staat aangegeven. Links en rechts,
niet politiek maar gewoon zoals we hier zitten, wordt er gepraat
over het laten vallen van de tweede tranche. Er ligt een toezeg
ging van de wethouder dat er mogelijk vanuit de provincie voor
de toetsingscommissie wat meer geld binnenkomt. Ik vind dat
enorm leuk. Op het moment dat er een verruiming van onze budget
taire capaciteit plaatsvindt, is het dan niet zinvol om te kij
ken waar we de prioriteiten bij stellen, voordat wij hier een
besluit nemen om een ton te bezuinigen en te zeggen: "we halen
daar de helft waarschijnlijk vanaf voor de V.V.V." Wat besluiten
wij hier nu? Als er een budgettaire ruimte ontstaat, dan dient
die in competitie gebracht te worden met de belangrijke sectoren
waar de politiek aandacht aan schenkt. Of dat de V.V.V. is, daar
wil ik niet op vooruitlopen. Voor ons ligt de prioriteit heel
anders, maar dat zal U wel duidelijk zijn. Ik kom nu bij de af
deling voorlichting en inspraak. Opvallend in de beantwoording
van Uw college is, dat de beantwoording is gedaan door de wet
houder Wonen. Het blijkt daarbij, dat de huisvesting het centra
le punt in deze operatie is. Het verhaal wat de wethouder heeft
gehouden over de financiële invalshoek kunnen we volgen. Er is
voor ons een zwaarwegender aspect, namelijk de serviceverlening
aan het publiek. Het binnen redelijk korte termijn enkele malen
verplaatsen (ik hoop dat het bij drie keer blijft) van het infor
matiecentrum, vinden we in dit kader een slechte zaak, met name
de serviceverlening aan het publiek, het voortdurend verplaat
sen, het weer opnieuw moeten opzoeken van waar zitten ze, etc.
Dat is voor Breda geen goede zaak. Je laat de burger achter je
aan hollen en de onduidelijkheid blijft wat dat betreft troef.
We hebben gezegd, niet onbespreekbaar is voor ons de optie dat
er eventueel een vervangende ruimte komt bij de nieuwe huisves
ting. Dat zien we dan wel, hebben we gezegd. Het nu even ver
plaatsen en vervolgens weer verplaatsen is, gezien de typische
serviceverlening van die afdeling, een zeer slechte zaak. Wij
kunnen het daar dan ook totaal niet mee eens zijn, te meer daar
een dusdanige ruimtevermindering plaatsvindtt waardoor de acti
viteiten van die afdeling, en de centrale activiteiten zullen
zeker gesterkt moeten blijven, op een gegeven moment sterk
moeten worden ingekrompen. Over sport/recreatie en cultuur het
volgende. Wij zijn het met de wethouder geheel eens, dat wij
eerst het beleid van cultuur op poten moeten zetten. De con
tourennota is een eerste bouwsteen daarvoor, en we wachten
beïnvloeding van het beleid graag af. Om nu reeds één radicale
maatregel te treffen, zoals door de V.V.D. in dit geval wordt