12 MAART 1987 173 dat geld verwachten. Op basis daarvan heb ik de raad in eerste instantie gezegd, dat we de tweede tranche kunnen laten verval len. Dat is dan ook het voorstel van het college. De heer DE BRUIJN De wethouder concludeert naar aanleiding van de opmerking van het college in de kadernota, dat de tweede tranche zou kunnen vervallen. Wethouder SANDBERG Inmiddels is aan die voorwaarden voldaan, zodat de tweede tranche zou kunnen vervallen. De heer DE BRUIJN Dat wil nog niet zeggen, dat we nu beslissen dat die tweede tran che vervalt. Zo luidt het besluit niet en dat is nog altijd een besluitvorming, die gewogen moet worden in totaal van de bezuini gingsoperatie Wethouder SANDBERG Ja natuurlijk, maar dat is het voorstel van het college en daar vroeg U naar. Het college heeft in eerste instantie gezegd dat ■aan de voorwaarden, op basis waarvan het college voorstel deed om de tweede tranche te laten vervallen, inmiddels is voldaan. Dat zou dus kunnen en dat is ook het voorstel van het college. De vragen van de heren Sinke en Taks gaan verder. Voor de eerste tranche zou een gewenningsproces dienen te komen, zodat geleide lijk op de situatie ingespeeld kan worden. De heer Taks vraagt om een gefaseerde invoering. Inmiddels is duidelijk geworden, dat dat geld waarschijnlijk al over het begrotingsjaar 1987 ter beschikking gaat komen, zodat er ruimte is om aan die vraag te kunnen voldoen. Die financiële ruimte is in ieder geval aanwe zig. Namens het college kan ik zeggen: wij zijn bereid U toe te zeggen om in overleg met het V.V.V. die 50.000,-- zodanig op te leggen, dat het V.V.V. inderdaad op die situatie kan inspe len. De exacte fasering of de ruimte om daar op in te spelen - en ik hoop dat we niet zover in detail hoeven te gaan - kan ik U niet geven. In principe zou aan die wens voldaan kunnen worden en ik ben ook gemachtigd U dat namens het college toe te zeggen. Door mevrouw Rattink en de heer De Bruijn is gevraagd om de com missie personeel en organisatie op de een of andere manier in dringend te betrekken bij de hele bezuiningsoperatie met name voor wat betreft de werkgelegenheidsgevolgen die daaruit voort vloeien. Ik heb in eerste instantie op een motie van de heer De Bruijn een oordeel van het college gegeven. Dat heeft er in ieder geval toe geleid, dat er nu een wat anders geredigeerde mo tie op tafel ligt, waarvan ik moet zeggen dat het college daar veel minder moeite mee heeft als met de oorspronkelijke. Wij heb ben daar vanmiddag nog uitvoerig naar gekeken en als het Uw wens is, en dat is dan een ander oordeel van de raad, dan wordt die daarmee gehonoreerd. Mevrouw Rattink en de heer De Bruijn vragen in deze motie of de aanpak van de reorganisatie in de commissie personeel en organisatie aan de orde kan komen. De gevolgen van die bezuinigingsvoorstellen en zeker de effecten daarvan voor de werkgelegenheid in zijn totaliteit en niet toegespitst op de in-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 173