12 MAART 1987 178 Ik wil weinig opmerkingen maken over de huisvesting. Tegen de heer Taks wil ik zeggen, dat het natuurlijk gaat over een voorstudie. Dat heb ik ook gezegd en dat is de opdracht van de raad. Bij de begroting zijn we ook duidelijk geweest wat we in die studie zouden meenemen. De raad heeft wat dat betreft echt heel duidelijk de handen vrij. Natuurlijk gaat het over een so ber verhaal, want er is op dit moment niets anders te doen. Het gaat over efficiënter werken, over binnen de budgetten kunnen operen en daarnaar moet het onderzoek plaatsvinden. De heer TAKS Dat is volstrekt duidelijk. Wethouder WELSCHEN Wanneer het leidt tot afstoten van panden, zullen daar garanties voor vorm en functie aan vast moeten zitten, want anders ben je het paard achter de wagen aan het spannen. Inzake de voorstudie is het dus helder. Het college is niet bezig om eventuele wel- zijnsgelden, die mogelijk wel komen maar kleiner zullen zijn dan welzijnsbezuinigingen, in te zetten voor deze huisvesting. Die geruststelling kan ik U ook geven. Wat betreft de verplaatsing van de afdeling voorlichting heb ik niets toe te voegen aan wat we eerder tegen elkaar gezegd hebben. Rioolrecht is gevraagd... De heer DE BRUIJN Ik heb in mijn tweede termijn aangegeven dat het verhaal wat betreft de huisvesting volstrekt te volgen was. Of we het daar mee eens zijn is iets anders. Er zit een ander aspect aan, waar aan even voorbij gelopen wordt. Wethouder WELSCHEN Daarmee ben ik akkoord. Dat heb ik tegen U ook al vaker gezegd. Uw aanduiding van het feit dat voor het functioneren van voor lichting en voor het bekend zijn van het pand bij het publiek het een negatief element is wanneer je deze operaties uithaalt, is duidelijk en Is ook mee afgewogen. Wij hebben in die afweging toch de keuze gemaakt in de richting van het voorstel. We willen proberen die bezuiniging te halen en gefaseerd naar een aantal huurpanden te komen, waardoor de flexibiliteit groter wordt. U weegt dat mogelijk wat anders af, maar we hebben tegen elkaar gezegd wat onze argumenten zijn. Wat het rioolrecht betreft, in de richting van de heer Taks, het is de bedoeling dat het tijde lijk is. De gegevens uit het rioolstructuurplan laten zien dat daar meer geld voor nodig is dan 6 miljoen voor 3 jaar of 10 miljoen voor 5 jaar. Alleen Uw opmerking overde snelheid waarmee U vanuit Breda via Nijpels het regeringsbeleid kunt wijzigen, geeft mij weer hoop. De tijdelijkheid is feitelijk afhankelijk van de mogelijkheid die U deze keer ook weer heeft om het rege ringsbeleid fundamenteel te wijzigen. Tenslotte over het N.A.C.- terrein het volgende. Dat is nog niet mijn portefeuille, maar die van mijn collega Hofsté. Daar mag Ik dus op dit moment niets over zeggen. Wethouder RöMKENS

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 178