26 MART 1987
210
ganiseren en herschikken van je organisatie en beleidsmatig bepa
len wat je aan informatie wilt hebben. In feite praten we nu
over een inventarisatie, de stand van zaken van een "rijdende
trein" en vooruitzichten naar de toekomst toe, met name de tech
nische kant. De sociale, organisatorische kant is belangrijk.
Gevraagd is indertijd naar een automatiseringsstatuut. Van onze
kant is er geen behoefte aan een automatiseringsstatuut in de
traditionele procedurele zin, maar het schrijven van een auto
matiseringsstatuut met checklist die ingaat op de stappen van de
automatisering, namelijk welke aanleidingspunten moeten er daar
bij zijn en hoe betrek je het personeel en de organisatie erbij?
Belangrijk is eveneens de koppeling tussen de technische automa
tisering en de beleidsmatige kant. In het eerste gesprek is ook
gezegd, dat de koppeling met management-informatiesystemen op
dit moment nog voor een gedeelte ontbreekt.Het informatiebeleid
is een concernbeleid wat je voor een stuk kunt decentraliseren,
maar wat als een éénheid moet blijven functioneren. We hebben
deze keer van beneden naar boven gewerkt, misschien kunnen we de
volgende keer van boven naar beneden werken. In aanvulling op
wat eerder is gezegd, zal in de vervolgnota aandacht moeten
komen voor die koppeling personeel, organisatie en technisch
automatiseren. In de nota staat op het ogenblik de keuze voor
standaardprogrammatuur. De ontwikkelingen naar de zogenaamde
vierde generatie talen gaan heel snel. Daardoor wordt standaard
steeds minder standaard en een grotere mate van flexibiliteit
kan in de behoefte aan informatie geregeld worden, met name een
flexibelere inspeelbehoefte van personeel. Dat benadrukken we.
De heer DE LEEUW
Het automatiseringsplan 1986, kent een aantal beleidsuitgangs
punten, namelijk tijdige en adequate informatie en voortgangs
rapportage, het komen tot een adequaat beheersinstrumentarium en
bedrijfsmatiger, publiekvriendelijker en consumentgerichter wer
ken. Het zijn allemaal punten die ons zeer aanspreken. Bij de
ontwikkeling van de concerndienst kan de verdergaande automati
sering het nodige bijdragen. Daarbij wordt gekeken naar de kris
tallisatiepunten en de informatie over personen, activiteiten
en de middelen, die samen zorgen voor beleidsondersteunende
informatievoorziening. Ondersteund met de nodige hardware en
software kan dit leiden tot de gewenste greep op en inzicht in
het besturen van onze stad. En daarmee komen we dan op, naar
onze mening, het zwakste punt van deze nota. Wat je ook aan
middelen besteed inzake hardware en software, het gaat om de
informatiestroom. In deze nota is geen inventarisatie opgenomen
van de informatiebehoeften. Daarop zal toch de hardware, maar
zeker ook de software afgestemd dienen te worden. De nota geeft
zelf al aan niet volledig te zijn; de aanvullingen volgen nog.
Dit was vooral het gevolg van het missen van menskracht en
middelen. In het voorstel wordt niet specifiek op dit probleem
ingegaan om extra middelen en menskracht te vragen. Alleen bij
de uitbreiding van de centrale afdeling automatisering wordt uit
de algemene stelpost om geld gevraagd. Naar onze mening zou dit
voor alle sectoren gelden, alleen dan kunnen we komen tot de
goede inventarisatie van de informatiebehoeften. Naast de aan
dacht die besteed dient te worden aan de opleiding om te komen